– laatste bewerking op deze pagina: 22 april 2024.
Willem Mensink, vriend en medelid van onze groep Intervisie ’88, opperde voor de 2022-editie van onze jaarlijkse bijeenkomst om: ‘aan elkaar over onze meest opmerkelijke reis te verhalen.’
Dat idee werd omarmd. Aan het werk dus.
Eerst kiezen. Mijn eerste liftreis naar/door Zuid-Europa? De ‘wereld’reis die Pia en ik van medio 1978 tot medio 1980 maakten? De vele huttentochten met mijn gezin? De fiettrektochten met Evert? De BergWeken? De kajaktrektochten met Mathieu? De reizen met Marijke door Japan, door Cuba, door Suriname?
Onbegonnen werk, dat kiezen.
In gesprek daarover met Marijke ontstond het idee om een thematische insteek te kiezen: ‘Ik ga verhalen van de memorabele hulpvaardigheid en vriendschap tijdens zeer vele van mijn/onze reizen.’
Dus: teksten kiezen, reisdagboeken nalopen, fotoalbums doorpluizen, landkaarten op tafel.
Een heerlijke voorbereiding – emotioneel soms – op de presentatie voor Intervisie ’88.
Op donderdag 21 juli kreeg ik van mijn Intervisie-vrienden alle ruimte om te verhalen. Op een groot beeldscherm kon ik de door mij gekozen flankerende beelden laten zien. Een gewaardeerd succes.
Aan het einde van mijn presentatie had ik het moeilijk: voorlezen uit de slotpassages van het reisdagboek dat Pia geschreven had over onze ‘wereld’reis. Mijn vrienden namen het over totdat ik het zelf weer aankon. Dierbaar, belangrijk. Inhoud, gevoel en meegevoel in balans.
En dus besloot ik om mijn voorbereidend werk te benutten voor de onderstaande website-presentatie.
Titel: DE MEESTE MENSEN DEUGEN
Subtitel: – 🧲 de Geluksmagneet 🍀 –
Het waarom van die subtitel wordt vanzelf duidelijk.
1972
Die zomer maakte ik mijn eerste grote liftreis naar Zuid-Europa. De ervaringen met liften (Maastricht – Tilburg vv) tijdens mijn eerste jaar op de KALO waren alleen maar positief.
Dus: nu voor een paar weken op pad, een grote Karrimor framerugzak met 22k kampeerspullen erin: tent, slaapzak, luchtbed, kookspullen, alles.
Eerst naar Bretagne: vrienden bezoeken van uit de tijd dat ik voor jeugdtolk (Nederlands – Duits – Engels – Frans) speelde voor het Kreisjugendamt Köln.
Op de klep van de rugzak naaide mijn moeder een kleine Nederlandse vlag; goed voor liftgeluk. En dat werkte.
In Ploërmel werd ik opgepikt door twee studenten in een ouwe Simca, onderweg naar de Costa del Garraf, Spanje. Onderweg – geen geld voor overnachtingen over – geslapen in een verlaten huis bij Pontchâteaux in Bretagne. We vonden op de benedenverdieping een paar foto’s van het huis; kennelijk in verband met verkoop.
Ieder signeerde de achterkant.De foto (+ achterkant) zit in mijn album.
Volgende dag reden we helemaal door tot het plaatsje Sitges, toen nog niet het huidige bedevaartsoort voor homo’s ten zuiden van Barcelona.
De studenten namen mij dagenlang op sleeptouw. We maakten Spaanse vriendinnen op het strand, we trokken van kroeg naar kroeg.
Na ruim een week wilde ik verder reizen. Ook goed. Hartelijk afscheid; jarenlang gecorrespondeerd.
Liftend ten noorden van Barcelona werd ik vervolgens opgepikt door een vrachtwagenchauffeur. Ingestapt, kletsen in het Frans. De chauffeur bleek oprecht geïnteresseerd in wat ik deed en wat ik vond. En ik vond het boeiend om met zo’n willekeurig, plezierig persoon te praten.
Later vroeg hij: ‘Waar wil je eigenlijk naar toe?’
‘Naar het noorden, uiteindelijk naar Nederland. Maar… waar gaat u naar toe?’
‘Naar Zuid-Duitsland, naar München.’
‘Mag ik mee?’
‘Natuurlijk! Gezellig!’
’s Nachts doorgereden, ’s Ochtends zette hij mij af bij de camping in de buurt van het Olympiagelände.
Ik maakte er het begin van de OS spelen mee.
Natuurlijk heb je al liftend ook negatieve ervaringen. Voor mij zijn ze op de vingers van een hand te tellen.
Zo werd ik richting Genève opgepikt door een schooltaxichauffeur. Heel plezierig. Ik kon bij hem thuis overnachten. ’s Nachts bleek hij homoseksuele avances te maken. Geluk 1: toen ik liet merken dat ik daar niet van gediend was, liet hij mij met rust.
Geluk 2: ’s ochtends bracht hij mij evengoed tot buiten Genève waar ik mijn reis naar huis kon voortzetten.
1973
In de zomer van 1973 ging ik voor ruim drie maanden naar de VS. Met Camp America: een mogelijkheid om vrijwel voor niets Amerika te bezoeken door je in te schrijven als jeugdleider voor zomervakantiekampen voor (in mijn geval joodse) kinderen.
Camp Oxford/Guilford.
Vanwege mijn ALO-opleiding werd ik benoemd tot Specialty Counsellor Waterfront. Lesgeven: zwemmen, zeilen, waterskiën. Acht weken lang, zes dagen ‘werken’, een dag vrij.
Ik werd er verliefd op Dee Larson en ontmaagd door Maria Mora. Allebei belangrijk.
In Camp Oxford/Guilford sloot ik vriendschap met twee Australiërs, twee Britten en een Nederlander. Samen met mij en mijn huisgenoot Jeanne (via Camp America in belendend camp), dus met zijn zevenen namen we het besluit: vijf weken door de VS te gaan reizen.
Hoe dan?
We schaften ons een negenzits zoveelstehands Dodge aan, zo’n enorme stationwagon. Voor $ 475,-.
Maar ja, hoe kom je – zonder geld – aan kampeerspullen?
Terreinbeheerder Old Charly nam ons mee naar zijn huis. ‘I’ll help you out.’
Charly bleek een soort hoarder te zijn. Maar dan – samen met zijn bijzonder sympathieke vrouw Palma – van een extreem systematische soort.
Door de tientallen kinderen die jaar in jaar uit op die campus verbleven werd uiteraard van alles achtergelaten, vergeten. Ze verzamelden alles in een enorme shed bij hun huis.
Alles geordend: slaapzakken bij slaapzakken, tassen bij tassen, bidons, potten en pannen, bestekken, spiritusbranders, kleding, zelfs shelters (kleine tentjes), luchtbedden.
Wat ik nooit vergeet is de aanblik van meterslange waslijnen waaraan – op kleur gesorteerd – basebalpetjes opgehangen waren.
Voor ons: uitzoeken en meenemen wat we konden gebruiken. Tot en met een imperiaal. Charly maakte hem passend voor onze Dodge.
Maar ook blikken eten, cereals, blikken melkpoeder, snoep zoveel we wilden.
‘It’s there for you guys!’
Mijn huisgenoot Jeanne opgehaald in een naastgelegen kamp. Prachtige reis gemaakt.
En goedkoop: Rita en Dave sliepen in een shelter, Brian, Gill en Pieter in de Dodge en Jeanne en ik in een afdaktent vanaf de imperiaal. We reisden van de oostkust naar Wisconsin, Yellow Stone National Park, naar het zuiden en toen terug naar Washington voor onze terugvlucht.
1974
Die zomer maakte ik een liftreis door Scandinavië.
In Finland werd ik ‘geadopteerd’ door de familie Haikonnen. Ze waren onderweg met de caravan.
Ik sloot zonder meer vriendschap met de melancholieke beroepsmilitair Paavo, diens vrouw Irma, twee meiden Tiina en Taina. Jonge dochters waarvoor ik als een soort oudere broer en amusementsprogramma was. Badminton, zwemmen, stoeien. Dagenlang. En ’s avonds bij de BBQ kletsen, discussiëren. Paavo en Irma waren werkelijk geïnteresseerd in mij en mijn ideeën. En ik in hun wereld en hun voorstellingen, verwachtingen, hoop. Jarenlang gecorrespondeerd.
Na een paar dagen afscheid genomen; door naar Zweden.
Doorgestoken dwars door Zweden, voor een of andere overnachting een heuse, hele blokhut aangeboden gekregen.
Je ziet de Karrimor rugzak – met vlag – en het college-T-shirt van het college waar Dee Larson (VS) school ging.
Na een – eenzame – huttentocht in Noorwegen in het gebied van de Dalsnibba (1.476 meter), 7 kilometer van het Geirangerfjord werd ik meegenomen door de familie Klashaugen: Odd, vrouw Marit, zonen Finn en Jørn.
Bij hen thuis uitgenodigd. Lekker gekookt, gegeten.
De vader van Marit woonde in. Toen die om een uur of half tien ging slapen werd het veel minder ‘formeel’ en kwam de zelfgestookte drank op tafel, gedroogde worst en allerlei ander lekkers. Muziek, dansen, pret. Diavertoning met privéfoto’s inclusief een aantal weinig verhullende FKK-foto’s. Onschuldig, gezellig.
Daarna discussiëren, over alles wat hen en mij bezighield.
Laat ’s nachts schonk ik ze als aandenken en als dank een zilveren Nederlandse gulden.
Daar hoort een verhaal bij. Vanaf 1967 werden geen zilveren guldens meer geslagen en werden ze systematisch door de banken uit de roulatie genomen omdat de zilverwaarde groter werd dan de muntwaarde. Mijn peetoom Leo Grégoire was directeur van de Nederlandse Middenstands Bank (NMB) in Maastricht en verschafte mij 25 zilveren guldens vanwege mijn reis in 1973 naar Amerika. Ik had namelijk bedacht dat een zilveren gulden een typisch en in beginsel waardevol souvenir was om aan mensen te schenken die aardig voor me waren geweest op die Amerikareis. En zo werd het in de VS onveranderlijk ook ervaren.
Bij terugkomst uit Amerika had ik er nog een stuk of acht over. Die had ik, voor Scandinavië opgepoetst, bij me. Uiteraard had ik er eentje aan Paavo en Irma gegeven. Maar nu ook aan Odd en Marit.
De grote waardering voor dat gebaar bleek later.
’s Ochtends ontbeten, afscheid nemen van vrouw en kinderen. Hij zou mij naar de uitvalsstraat brengen waar ik verder kon liften. ‘Eerst nog even het centrum in, daar moet ik even iets afhandelen.’
Hij parkeerde zijn auto pontificaal voor een groot bankgebouw en riep: ‘Hier even wachten, ben zo terug!’
Hij rende de trappen op. De grote glazen deur werd voor hem geopend door een portier/bewaker die daar stond. Even later kwam hij retour de trappen afrennen en drukte mij een doosje in de hand. ‘Da’s voor jou, een aandenken van ons!’ Een zilveren 10-kronen munt.
Die siert mijn foto-album.
Odd bleek directeur van die bank te zijn.
1975 – 1978
Na mijn KALO-diplomering maakten Pia en ik een grote liftreis naar Griekenland. Op die reis bleven wij niet alleen geliefden, maar bleken we ook uitstekende samenreispartners en op 1 januari 1977 besloten we dat we op 1 augustus 1978 ‘vertrokken zouden zijn’ voor onze voorgenomen ‘wereld’reis.
We zijn alles gaan voorbereiden: VW-busje gekocht (fl. 6.000,-), lezen, oriënteren.
Bij het scheiden van de markt op de Kampeer- en CaravanRAI van 1978 kregen we een VW-inbouwset in de schoot geworpen. De betreffende verkoper wilde graag van het showroomexemplaar af. We betaalden fl. 1.500,- voor: klapbank/-bed, keukenblok, keukenkast, koelbox, tafel, matras, zitkussens. Alles nieuw, passend, gemakkelijk ingebouwd.
1978 – 1980
En op 30 juli ’s avonds om elf uur vertrokken we uit Maastricht. In onze hippiebus.
Overland to Asia. En dan op een of andere manier naar Oceanië, om Dave en Rita te bezoeken.
Pia schreef vier reisdagboeken vol, bijna duizend pagina’s. Over wat we meemaakten maar ook over onze ontmoetingen, onze gesprekken, onze gedachten, onze gevoelens, onze ruzies en hoe we het weer ‘goed’ maakten, met recepten, met ideeën voor de toekomst, onze idealen.
Een schatkist. Voor mij en voor Thomas en Simon.
Via Joegoslavië en Turkije naar Iran.
In Teheran kwamen we terecht in de onrust van de door de Ayatollah Khomeini geleide islamitische opstand tegen de Shah.
Vrijdag 8 september 1978 (reisdagboek):
“We reden de binnenstad in maar werden gehinderd door demonstraties. We zagen een vrachtauto met militairen recht inrijden op een groep demonstranten. Een jonge man (bleek later student te zijn): ‘Weg hier, weg hier! Gevaarlijk! Ze schieten!’
‘Waarheen? Hoe rijden?’
‘Ik wijs jullie een route de stad uit.’
Hij stapte in en leidde ons naar een uitvalsweg; vervolgens reden we via Chalus naar Gorgan. Weg uit Teheran.
In een buitenwijk van Gorgan parkeerden we onze bus in de buurt van mensen die daar ook langs de rand van de straat bivakkeerden. Politiepatrouilles. ’s Avonds op een door mensen kennelijk meegenomen teevee zagen we de beelden van het brute optreden van de keizerlijke garde en de ordetroepen. Vele doden, een bloedbad in de binnenstad.
Besluit: zo snel mogelijk weg uit Iran.
In Mashad haalden we een visum voor Afghanistan. Avondklok. We hoorden vanaf de ommuurde compound waar nog meer Europese Aziëgangers een veilige plek gezocht hadden, de tanks door de straten rijden en mitrailleurvuur.
’s Ochtends: hoe komen we de stad uit? Overal militairen, roadblocks.
Iemand in een vrachtauto wenkte ons: ‘Volg mij.’
In konvooi reden we de stad uit, via achterafweggetjes, industrieterreinen, weilanden, door een gat in een aarden muur. Alle roadblocks omzeild. Ver buiten de stad Mashad bereikten we de hoofdweg naar Herat (Afghanistan). Opluchting.”
Afghanistan – Pakistan – India – Nepal – India:
In de stad Hyderabad blokkeerde het systeem koppeling/versnellingsbak volledig. Behoorlijk stressy.
Garage opgezocht. Mijnheer Reddie: ‘I’ll help you.’ Het benodigde onderdeel moest uit een andere plaats komen. Ondertussen werd alvast de bumper uitgedeukt en secuur geverfd. Weg met die souvenir van een parkeerontmoeting met een boomstronk.
Wij: ‘Waar zouden we kunnen slapen?’
Mijnheer Reddie: ‘Ja, gewoon in jullie bus in de garage. De nachtwaker regelt alles. Gewoon ’s avonds mee-eten. Betalen? Niks hoor, alleen de prijs van het onderdeel.’
Reisdagboek van dinsdag 23 januari 1979:
“Twee dagen werk: 70 roepies = fl. 17,50, gratis wasbeurt. Inclusief verblijf en maaltijden.”
India – Nepal – India:
Na onze trekking in de Himalaya gingen we terug naar India.
Hoe verder? Ons oorspronkelijke plan om vanuit India via Indonesië naar Darwin in Australië te reizen strandde op logistieke en financiële barrières.
Naar het Midden-Oosten? We konden niet terug door Afghanistan want daar voerden de Russen inmiddels oorlog.
Plus: we hadden in februari besloten om te proberen nog een jaar er aan vast te knopen.
Maar… niet genoeg geld.
We hadden onderweg informatie van medeglobetrotters gekregen dat je zo’n VW-bus als die van ons voor veel geld kon verkopen in Syrië of Jordanië.
Hoe kom je daar? Vanuit Pakistan naar het zuiden van Iran. Van Bandar Abbas naar Dubai. Busje op soort piratenschip voor $ 235,-.
Maandag 21 mei 1979:
Dubai – Oman – retour VAE naar Abu Dhabi.
Reisdagboek zaterdag 2 juni 1979:
“Veel te heet om in de bus te slapen. Geen campings, van toerisme hadden ze in de Emiraten nog nooit gehoord, laat staan van campings.
We reden naar een buitenwijk van Abu Dhabi. Daar vroegen we bij een huis of we onze watercontainer mochten vullen. Er bleek een Frans gezin te wonen. Jeanne-Pierre: olie-ingenieur voor Total; France: lerares op de internationale school. Twee kinderen, Laurent en Hélène.
Lang verhaal kort: we zijn er drie weken verbleven, slapen in ge-airconditionde slaapkamer, mee-eten, mee op de weekends: snorkelen, speervissen, waterskiën, windsurfen, BBQ.
Top. ‘Voor eeuwig’ vriendschap gesloten met France & Jean-Pierre en met Nicole & Zackar.”
Pia en ik zijn in de zomer van 1981 naar Montpellier gefietst en een aantal dagen bij hen te gast geweest.
France en Nicole kwamen mij in april 2011 drie dagen opzoeken in Alkmaar. DierbaarKwadraat.
Daarna vanuit de Emiraten dus naar Jordanië, om het land te zien en om de VW te verkopen.
We kregen hulp van de Nederlandse consul in Abu Dhabi voor het transitvisum langs de Trans Arabian Pipeline (TAP). We waren immers niet getrouwd en dat was voor Saoedi-Arabië een groot probleem. Valsheid in geschrifte? We zullen het nooit weten: hij fixte het voor ons.
Aankomst Jordanië.
Rondgereisd. En vervolgens begin augustus 1979 de VW-bus geadverteerd in The Jordan Times.
Vrij vlot verkocht voor omgerekend negenduizend gulden. Aan een hoge legerofficier met mobiele nierdialyse. Kon hij tenminste toch weer op pad.
Hoe regel je de transformatie van reizen in een VW-bus met veel bagage, veel boeken, zo’n 80 muziekcassettes, kookgerei, servies, bestek enzovoort?
In Amman hadden we daarvoor twee cruciale contacten:
– Pieter en Marjan, werkzaam in de waterbouw respectievelijk het onderwijs. Onze VW-bus kon gemakkelijk op de oprit van hun compound. En we mochten in huis slapen en mee-eten.
– En Rob, medewerker NL-ambassade in Amman. Werd overgeplaatst en mocht 10 kuub spullen naar Nederland repatriëren. ‘Nou daar mogen jullie wel een kuub van hebben.’
Bus leegruimen, alles in dozen, tweedehands rugzak voor Pia gekocht op de vlooienmarkt van Amman en geswitcht van reizen per VW-bus naar rugzakreizen. Maar wel voor 9k gulden Thomas Cook travellers checks op zak.
Bij thuiskomst in mei 1980 stonden onze dozen met spullen, nog keurig ingepakt, op het adres van Pia’s ouders op ons te wachten.
Liften door Syrië. Damascus, Aleppo. Hama en Homms.
Naar de havenplaats Latakia.
Maandag 15 augustus 1979: voor $ 20,- met localo op cementboot ‘Salwa’ naar Cyprus. Bleek van oorsprong een NL-boot uit 1951, naam: Franka II.
Vandaar met een reguliere veerboot naar Athene. Aldaar goedkope vliegtickets naar Thailand, Singapore en Sydney. Dus toch naar Oceanië.
Donderdag 8 november 1979:
In Sydney voor 450 Australische dollars een Holden gekocht: een stationcar waarin we konden slapen. Matras en nog zo wat spullen gekregen van Dave en Rita. Drie maanden in rondgereisd. Ook daar onvergetelijke vriendschap en hulp ervaren.
Dinsdag 5 februari 1980:
Op allerlei plaatsen in/bij Sydney gevraagd waar we de Holden zouden kunnen verkopen.
Receptionist van ‘The Peoples Palace’: ‘Nou laat maar eens kijken, misschien wil ik hem zelf wel kopen. Ik geef jullie 400 dollar.’
Prima natuurlijk. Konden we goed gebruiken voor onze volgende zes weken in Nieuw-Zeeland.
Op de camping hebben we de auto ontruimd: alles weer in twee rugzakken.
Naar de stad voor de auto-aflevering. Wij opgetogen in die auto naar het centrum. Miezerregen, wegdek nat. Bij de oprit naar de autoweg wordt er voor mij plotseling fors geremd. Ik trap ook op de rem. Je voelt het al aankomen, gladde banden, glad asfalt, water op de weg. BENG! Tegen de achterkant van de voor mij rijdende/remmende auto. Schade aan zijn bumper, trekhaak scheef.
Bij ons liep de radiator leeg, lek door die trekhaak en er was een voorlamp kapot. Uitstappen, trillerig. Beduusd. Gesprek over schade en verzekering.
Toen bleek: ‘Uw verzekering dekt dit soort schade niet. Alleen wettelijke aansprakelijkheid voor persoonlijke schade.’
Wisten wij veel… Pia en ik zagen de bui al hangen: einde reis want geld kwijt aan schadeherstel.
‘Where are you guys from?’ Wij ons reisverhaal in een notendop verteld.
‘OK love, let’s leave these people in peace; they have enough trouble already.’
Ze stapten in en vertrokken.
Wij lieten voor 16 dollar de radiator repareren en verkochten de Holden – na het verhaal verteld te hebben – voor 350 dollar evengoed aan de receptionist van ‘The Peoples Palace’.
1980
Juni. Terug in Amsterdam. Geen woning, logeren op de zolder bij Bert en Margret. Hopeloze zoektocht.
‘Als we eind juli nog niets gevonden hebben, ga ik iedereen in Amsterdam met de achternaam Grégoire gewoon opbellen met de vraag om hulp.’
Eind juli: ‘Hallo? Met Grégoire? Ik ben Ludo Grégoire, we moeten wel ergens familie zijn. Waarom ik bel? Mijn vrouw en ik hebben een wereldreis gemaakt en terug in Amsterdam kunnen we al twee maanden geen woning vinden. Kunt u helpen?’
Eind van de dag en na zo’n achttien telefoontjes: één mogelijkheid tot tijdelijke onderhuur bij de beeldhouwer Paul Grégoire en één Grégoire die bij een makelaarskantoor werkt en toevallig de toewijzingsbevoegdheid heeft van een huurhuis op Brederodestraat 98 drie hoog.
Daar hebben we vijf jaar heerlijk gewoond.
1980 – 2013
Een grote sprong in de tijd. Maar ook een grote sprong in het leven. Pia is in 2000 overleden. Elders op mijn website schrijf ik daarover.
Eind 2013 vind ik een nieuwe grote liefde: Marijke. Ons verbindt veel. En niet het minst: onze passie voor reizen.
2015
Fietstrektocht door Cuba op de Birdy’s, perfecte vouw-trekkingfietsen.
We werden van Casa Particular naar Casa Particular doorgegeven. Soms stond men ons aan de rand van het stadje al op te wachten.
Laatste week gefietst van Santiago de Cuba naar Bayamo.
Retour Havanna met een touringcar. De touringcar zat vol met artsen en verpleegsters die uitgezonden waren naar een of ander Afrikaans land.
Voor een habbekrats mochten we luxe mee. Toch volop plaatsen vrij. Birdy’s in de tassen in het laadruim.
In Havanna zetten ze ons met hun touringcar af voor het Casa Particular dat we gereserveerd hadden.
Drie weken jaarwisseling 2015/2016
Fietstrektocht Sri Lanka. Om te beginnen van Negombo richting noordwesten. In Chilaw probeerden we te informeren waar we ‘s avonds zouden kunnen overnachten.
Uit het door Marijke gemaakte reisdagboek: ‘Na nogal wat vijven en zessen werd ons verzekerd dat er zeker plek zou zijn na ongeveer 8 km: Wattawan Hotel, near the Kalidarwala! Dus dat zag er goed uit. De weg hield eventjes verder op, weggeslagen door de rivier, maar er was een supersmalle voetgangersbrug gemaakt om naar de andere kant van het water te komen. Een brug ja, maar het was er een waar alle gevonden planken en deuren met touwen aan elkaar gebonden waren. Je kon er met de fiets net overheen, het laatste stukje moest iemand je helpen. Maar zonder kleerscheuren aan de overkant geraakt.’
Vervolgens zijn we gestrand op het strand waar ‘Wattawan’ had moeten staan. Geen resort, enkel twee mannen in een hutje die vertelden dat het ooit de bedoeling was geweest om er een resort te bouwen maar dat er geen zoet water was. Einde project. Maar ook einde zoektocht. De schemering viel al. Terug naar het laatste dorpje waar we de weg gevraagd hadden.
Niemand sprak Engels. Wat nu? Ergens aanbellen om te vragen of we konden overnachten? Eerst maar eens even wat drinken bij de kiosk.
We zitten op de stoep en plotseling stapt er een meisje van achterop een brommer naar ons toe met een gsm in de hand.
‘Neem, neem’ gebaart ze.
Ik: ‘Hello?’ Bleek er aan de andere kant van de lijn iemand te zijn die voortreffelijk Engels sprak. De situatie was hem uitgelegd door de jongelui.
‘Stay put, I’ll come and collect you. I’ll bring you to the nearest town.’
Twintig minuten later: een Mitsubishu-busje. Fietsen erin en naar Puttalam. Voor omgerekend € 10,- afgeleverd op de stoep van een guesthouse, niet erg schoon maar een kniesoor die daar op let. En we kregen nog te eten ook.
2017
Fietstrektocht Japan met de Birdy’s.
Hulp komt soms op een bijzondere en humoristische manier.
Je spreekt de taal niet, je kunt niets lezen. Hoe vinden we het Airbnb in Hiroshima? We ontvingen van verhuurder Miho een filmpje: ‘Hoe te lopen vanaf station Yokogawa in Hiroshima naar mijn Airbnb.’ Erg leuk, afdoende. Link naar video wordt later ingevoegd.
Een paar dagen later zijn we tijdens onze fietstocht op het platteland. De dag ervoor hadden we een Airbnb geboekt. Zoeken, maar niet gevonden. Schemering. Niemand die je wat kon vragen. We lieten het adres (in het Japans) aan een schooljongen lezen en ‘gevraagd’ of hij wist waar dat adres was. Nee… geen idee. Of hij snapte onze vraag niet.
Hij stapte op en reed weg. Wat doen we nu? Ergens aanbellen?
Binnen vijf minuten was het jongetje weer terug en wenkte ons om te volgen. Uit zijn handen-en-voeten-verhaal begrepen we dat hij ons naar een winkel zou brengen met goede WiFi zodat we het adres met Google Maps konden opzoeken en de route bepalen.
Grappig genoeg herkende ik onderweg naar die winkel ons Airbnb van de foto; we reden er toevallig langs.
Jongetje uitvoerig bedankt, lachen en buigingen maken. We merkten een paar keren: in Japan laten ze je pas achter als ze zeker weten dat je het verder zelf kunt redden.
2018
Drie weken Madagaskar. Bergtrektocht met gids afgesproken. Levende kip mee in de rugzak. Om ’s avonds te eten.
Ludo ziek, maag totaal van streek. Liefdevol door de gids en door de dorpsbewoners door die ‘slappe periode’ geloodst. Met thee, met bouillon, later met brood en gestoofde kip.
De gids heeft vervolgens de trektocht slim ingekort, zonder dat we het wisten. Uit voorzorg.
Bijzonder attent.
2019
Met de VW-California op de veerboot van Denemarken naar IJsland. Ronde IJsland maken. Prachtig.
Mooie borden langs de wegen: naar landgoederen maar vooral naar staðirs = stal, stoeterij van IJslandse paarden.
Schoondochter Noortje = IJslandse paarden en ze heeft een stoeterij die ze Mánastaðir genoemd heeft, naar het paard waar ze de meeste successen mee behaald heeft.
‘Idee, ik laat zo’n bord maken om mee terug te nemen en cadeau te geven!’
Hoe doe je dat? Vragen bij touristenbureau. Zeer effectieve hulp van Thelma Harðardóttir. Zij brengt mij in telefonisch contact met de Firma LogoFlex zodat ik de bestelling kan communiceren.
Precies op tijd klaar; opgehaald in Reykjavik. Schot in de roos.
2020
Ook in Nederland ondervinden we uitstekende gastvrijheid. Tijdens de verschillende Corona lock downs zijn we meerdaagse fietstochten blijven maken. Voor ons werd regelmatig gekookt, op meerdere adressen van Airbnb en van Vrienden op de Fiets. Omdat de restaurants verplicht gesloten waren. Erg lekker en altijd voor een vriendenprijs.
2021, 5 september
We waren – na het Cleij-familieweekend in Mierlo – naar Leerdam gefietst. Pizzaatje, biertjes. Om half acht naar ons Vrienden-op-de-Fiets adres. Marijke schrikt van een achteropkomende skateboardster en maakt een stuurbeweging. Voorwiel tegen een lage stoeprand, val naar rechts, béng op het beton. De diagnose is evident: rechter bovenarm gebroken. Ik bel met het VodF-adres. ‘Blijf daar, we komen naar jullie toe.’ Adriënne brengt ons met fiets en al naar de SEH in Gorinchem. Röntgenfoto bevestigt diagnose. Marijke krijgt een sling.
In het ziekenhuis blijkt dat Marijke’s tasje, met alles erin: geld, rijbewijs, pasjes, kwijt is. Dat was door Adriënne’s man bij het opladen van de fietsen op de TwinyLoad ‘eventjes’ op de bagagedrager gelegd en toen vergeten te pakken. Kennelijk eraf gevallen. Terug naar Leerdam in Adriënne’s auto, kijken op het wegdek. Niets. We bereiken de plek waar we de fietsen opgeladen hadden. Ook niets. Ietsje verderop staat een clubje ‘hangjongeren’, Marokkanen. Ik spreek ze aan en vraag ze of ze een tasje gezien/gevonden hebben. ‘Jazeker, we riepen jullie nog achterna en een van ons is met de scooter achter jullie aan gereden. We bellen hem.’
Even later komt deze knul aangesjeest. ‘Hier is uw tasje; het viel van de fiets af!’
Topgast. We wilden hem belonen, dat wuifde hij weg. Wij: ‘Hier, een tientje móet je nemen!’
De volgende ochtend bracht Adriënne ons ook nog maar even naar het station van Gorinchem…
2022
We reisden op 23 juni per trein naar Krefeld. Voor een lang weekend, om een nieuwe trekkingfiets te kopen (bij de drie gebroeders Kögler van Rückenwind) en om Düsseldorf te bezoeken.
In Venlo liepen we voor de tweede keer onze aansluiting mis wegens ‘vertraging’. De jonge vrouw die wij eerder op Schiphol geadviseerd hadden in verband met de eerste vertraging werd in Venlo opgehaald door haar vader. ‘Wil je deze mensen alsjeblieft naar Krefeld meenemen?’
We werden voor de deur van ons Airbnb afgezet.
Tijdens onze (in Leiden begonnen) fietstrektocht van Santiago naar Lissabon liepen we – een dag na mijn verjaardag – vast aan de kust bij Cova do Bufo. Daar was een zodanig steile klim over een zand-en-gravelpad dat eigenlijk niet voor fietsers is bedoeld. Fietsen was onmogelijk, lopen en de fiets duwen zagen we nauwelijks zitten. Terug en dan een andere route nemen was ook nogal een flink en steil stuk. Ik zag een groepje jongelui (surfers?) zitten chillen en een Mercedesbusje. Ik: ‘Guys: I have a question, do you know where I can find the owner of that van?’ Antwoord van een van de meiden: ‘That’s him.’ en daarbij wees ze naar de jongen die naast mij zat. Lang verhaal kort: na een gezellige babbel waren ze voluit bereid om ons naar de hoofdweg te brengen. Dus achterbank werd eruit gehaald en onze fietsen en bagage erin. Geweldig geluk! De meeste mensen deugen. Heel bijzonder trouwens: ze weigerden onze € 20,- aan te nemen. Jammer dat we in de euforie vergaten om een foto te nemen van deze onvergetelijke Juan en Philipe…
Besluit
Deze collage beoogt een hommage te zijn aan Pia. En aan Marijke. De belangrijkste vrouwen in mijn leven.