CreaHortus


– laatste bewerking op deze pagina:
11 maart 2025

In CreaHortus krijgt een veelsoortig palet van persoonlijke notities een plek. Om te groeien en te bloeien. Cultuur&Natuur in interactie.
Het kan gaan om hobby’s, om gedachten, om vondsten, om uitvindingen, om iets wat ik hoorde, om verzamelingen, om creaties, om een inval, anekdote, foto of droom, een tekst… wat ook maar.

De recentste entrées staan bovenaan en dan tegendraads chronologisch. Ze zijn per definitie voorlopig; verandering is onontkoombaar en bedoeld. Panta rhei.


Wat als?

Stel dat ik in 1971 niet voor de opleiding aan de Sportacademie in Tilburg had gekozen. Stel mijn vader, die in 1969 overleed, invloed had kunnen/willen uitoefenen op mijn beroepskeuze. Stel dat ikzelf andere keuzes gemaakt in de loop van mijn studentenleven. Wat zou er dan aan bij mij passende alternatieve beroepen geweest zijn? En wat zegt dat over mij?

Journalist
Het vak van journalist heeft mij altijd aangetrokken. Op pad in allerlei landen en situaties om verslag te doen van wat er loos is, om mensen te interviewen en ze daarmee ‘smoel’ te geven, om misstanden aan de kaak te stellen en daarmee verschil proberen te maken. Mij trekt het avontuurlijke bestaan van een journalist. En de creativiteit van het schrijven of mondeling rapporteren via radio en/of teevee.

Architect
Helaas, ik kan niet tekenen. En dat moet een architect wel kunnen, lijkt mij. Maar misschien had ik het wel kunnen leren.
Ik heb altijd een fascinatie gehad en gehouden voor grote maar ook kleinere gebouwen. Vooral voor stations, scholen en universiteiten, markthallen en bibliotheken. 

Huisarts
Door mijn functie van directeur voor het LHV-district Holland Noord heb ik het vak van huisarts terdege leren kennen en waarderen. Zonder meer iets voor mij: het je ‘voor het leven’ verbinden met personen en gezinnen in een bepaalde wijk van een middelgrote stad. 

Rechercheur
Je ergens in vastbijten, alleen en samen met collega’s. Tot het gaatje gaan om een misdrijf op te lossen en de verdachte(n) voor de rechter brengen. Creatief zijn bij het vinden van andere, onverwachte ingangen tot onderzoek en analyse.

Rechter
Luisteren, vragen, lezen, discussiëren, besluiten, formuleren. Allemaal aspecten aan het vak van rechter die zeer bij mij passen. Ik zou niet Officier van Justitie kunnen zijn en ook geen advocaat.

Acteur
Hoe machtig mooi is het om een publiek te fascineren, te boeien, vast te houden. Echt iets voor mij.

Helikopterpiloot
Lijkt me prachtig. Vliegen voor de politie en/of de hulpdiensten.

o=o=o=o=o=o=o

Bijna dertig jaar lang werkte ik met bijzonder veel plezier en overwegend met succes als bestuurder in de gezondheidszorg. Welke aspecten van de bovenstaande beroepen hebben verwantschap met de aspecten van mijn vak als zorgbestuurder?


Dit is een van de mooiste natuurfoto’s die ik ooit maakte:

Holtingerveld, 15 juni 2021 (Drenthepad-3)

Tijdens het schrijven van Pépé (educatief voorleesboek voor kinderen van 6 t/m 9 jaar) bedacht ik het woord Pratenement voor het parlement van Onderland.
Omdat ik meende dat dit woord goed gebruikt zou kunnen worden voor een café dicht bij het TK-gebouw, voor een politiek praatprogramma op teevee of iets dergelijks, besloot ik een logo te bedenken en het woord als merk te deponeren. Aldus geschiedde. Rogier Trompert goot mijn ideeën in het navolgende prachtige logo.

Uiteraard nam ik het ook op in Pépé.


Angst
Ik ben niet vaak bang geweest in mijn leven. Gelukkig maar. Die paar momenten van angst staan evenwel in mijn geheugen gegrift. Dat zal voor iedereen wel zo zijn.

– In de zomer van 1974 ging ik liftend naar/door de Scandinavische landen. Karrimor rugzak, ruim 20 kilo, tweepersoonstent inbegrepen. In Noorwegen wilde ik een huttentocht maken in het gebied van de Dalsnibba (1.476m). Ik weet het niet meer precies maar ik meen dat ik bij het toeristenbureau van het stadje Geiranger een A4-tje kreeg waarop – nogal primitief – de route vanuit het Jostedal naar de berghut Arentzbu was getekend. Dus geen stafkaart, zoals ik van de Alpen gewend was. Al stijgend bleek ook dat jaar de berg met sneeuw bedekt. Bij het begin van de route zag ik voldoende rode merktekens en ‘steenmannetjes’ maar hogerop waren die schaarser. En opkomende mist maakte ze extra minder opvallend. Bovendien waren er – ook in tegenstelling tot mijn ervaring in de Alpen – geen andere mensen op mijn route.
Na enkele uren gestegen te zijn bekroop mij opeens de angst dat ik zou vallen, iets breken en daardoor niet verder zou kunnen. Wat dan? Mobieltjes bestonden uiteraard nog niet. Ik had beelden dat niemand mij op tijd zou vinden en dat ik  dood zou vriezen. ‘En dan een tent opzetten lukt ook niet hier in deze steenwoestenij. Gelukkig heb ik een donzen slaapzak.’
Ik herinner mij levendig dat ik mijn tocht voortzette, zeer geconcentreerd op het pad, op de schaarse steenmannetjes en op aanwezige merktekens.
Laat in de middag ontwaarde ik tot mijn grote opluchting in de verte een hut, de Arentzbu. Het was een onbemande hut maar niet lang nadat ik binnen aan een zelfbedieningssoepje zat, kwamen ook enkele andere huttentochtlopers binnen.
’s Anderendaags ben ik – met mooi weer – aan de andere kant voorzichtig afgedaald naar ik meen het plaatsje Skoldet. Ook op die route geen kip gezien.

– In juni 1996 vroeg Ruud van Betten, economisch directeur van het Waterlandziekenhuis in Purmerend, mij of ik per 1 januari 1997 zijn collega Dick den Blaauwen, bij diens pensioen als directeur patiëntenzorg, zou willen opvolgen. En ofschoon ik altijd gedacht en gezegd had dat ik nooit zou kunnen werken in zo’n hybride bestuursstructuur als in het ziekenhuis – enerzijds de ziekenhuisdirectie en anderzijds de medische staf – ging ik op het aanbod in.
Na een flitsende start, waarbij ik veel invloed kon uitoefenen op de beoogde nieuwe verhoudingen (onder de naam ‘De Waterlanden’) bleek de praktijk veel weerbarstiger dan de idealen. Ik had wel de verantwoordelijkheid voor de patiëntenzorg maar niet voldoende bevoegdheden om die verantwoordelijkheid waar te maken.
Ik zei meermaals tegen Ruud en Paul Vierveijzer, mijn collega adjunct-directeur Bedrijf: ‘Op dit schip staan twee stuurhutten. Wij drieën bemannen een van die stuurhutten en we zijn het vergaand eens over de doelstellingen en de koers. In de stuurhut hiernaast zit de medische staf. Daar vechten ze elkaar vooral de tent uit. En de stuurmechanismes van die twee hutten zijn onvoldoende met elkaar verbonden.’
In de meivakantie van 1997 ging ik een dagje met Thomas en Simon naar het Archeon in Alphen a/d Rijn. Terwijl de jongens het er volop naar hun zin hadden, overviel mij een diepe, donkere somberheid. ‘Waar ben ik aan begonnen? Wil ik dit wel? Kan ik dit wel?’ Ik denk dat ik me nooit zo somber en naar gevoeld heb, niet daarvoor en niet daarna. En ik voelde me angstig. ‘Wat gebeurt er met me? Wie en wat wil ik zijn? Kan ik zo wel trouw aan mezelf blijven?’
Na een paar dagen waren die gevoelens weer voldoende weggeëbd en kon ik door. Maar diep in mij wist ik: ‘This is not my piece of cake.’
In september 2000 nam ik ontslag. Vanwege de dood van Pia in juni van dat jaar had ik vrijwel direct rigoureus besloten om een half time baan te gaan zoeken om voor de jongens – Thomas net 14 en Simon 12 jaar oud – te kunnen zorgen. En die baan had ik gevonden in de functie van algemeen directeur van Wilgaerden. Alle verantwoordelijkheden maar ook alle bevoegdheden. Dertien gouden beroepsjaren volgden.
Ik had die directiebaan in het Waterlandziekenhuis nooit moeten nemen. Maar – eerlijk is eerlijk – ik heb enorm veel profijt gehad van alles wat ik er geleerd heb. Vooral van Ruud van Betten.

– Na het bereiken van de top van de Toubkal (4.167m) tijdens onze Bergweek van 2004 meende ik dat het wel leuk zou zijn om zittend op een plastic vuilniszak een stuk bergaf te sleeën.
Zo gedacht zo gedaan. Maar in no time vloog ik met een vrijwel oncontroleerbare snelheid naar beneden, voor mijn gevoel op een steile afhang af. Kortstondig paniekgevoel. In een reflex draaide ik mij over mijn lengte-as van de vuilniszak af en kwam na enige meters op mijn buik liggend tot stilstand, met kloppend hart in mijn keel. Griezelig.

– In welk jaar dat was, weet ik niet meer maar op de terugweg van een van onze wintersportweken ben ik op de A9 vlak voor Alkmaar door vermoeidheid – denk ik – zeer kortstondig achter het stuur van de Volvo in slaap gevallen. De stilte die met dat in slaap vallen gepaard ging, kan niet langer dan een seconde geduurd hebben, maar ik schrok me wezenloos wakker. Moeiteloos kan ik het geluid bij het wakker worden en het bijbehorende angstgevoel weer oproepen.

– Ik denk dat het in 2014 of 2015 geweest is, dat ik met Marijke, met Josi (dochter van Marijke), met Kenzo en Zidane (zonen van Josi) een keer naar zwemparadijs Duinrell ben gegaan.
Kenzo wilde wel in de superlange waterglijbaan. Ik mee in de lift naar boven. Kenzo ging eerst. Toen stapte ik – zoiets nog nooit eerder beleefd hebbende – in de glijbaanbuis. Ik had geen idee dat mijn snelheid zo snel zo groot zou zijn. En ik raakte totaal gedesoriënteerd door de vele bochten en draaien. Met een paniekgevoel in mijn lijf besloot ik om mijn ogen te sluiten en me gewoon aan de situatie over te geven. Ik weet nog dat ik aan het einde van de glijbaan een keer of vier traag rondging in de eindtrechter alvorens ik in het water plonsde. Mijn lijf zei: ‘Niks voor jou!’


Spelen met taal is top. Soms vind je precies het goede neologisme. Ratsmodemocratie is daarvan een voorbeeld.

Dinsdag 5 november 2024, inzending voor de donderdagse VK-taalrubriek Wadiwatwat:Niet (of nog niet) geplaatst.


Bram – woordkunstenaar pur sang – leverde mij het recept voor een geheel nieuwe categorie woorden. Ik noem ze ‘antistellingen’.
Bram: ‘Als het nu onstuimig weer is, dan was het daarvoor dus stuimig weer.’

  • Als iemand ontboezemingen doet, waren het eerder boezemingen.
  • OntluisterendLuisterend.
  • Wil iets onthutsend zijn, was het daarvoor hutsend.
  • Na diverse moetingen zullen we elkaar vanmiddag eindelijk ontmoeten.
  • Pierre is een geweldige nozelaar. Zijn tweelingbroer Laurent is daarentegen verschrikkelijk onnozel.

In de sfeer van neologismen heb ik al jaren geleden het achtervoegsel ‘Kwadraat’ aan mijn vocabulaire toegevoegd. Het is een alternatief voor het voorvoegsel ‘super’; ik schrijf het meestal met hoofdletter.

  • DankKwadraat. TopKwadraat. Het AllerBesteKwadraat, ComplimentKwadraat, TopKwadraat, GedoeKwadraat.
  • AanraderKwadraat; deze gebruik ik voor films, tentoonstellingen, boeken.
  • MigrainedossierKwadraat, jammer van de redactionele ingreep.
  • GriezeligKwadraat, jammer van de spatie en de hoofdletter.

In november 2024 werd Donald Trump verkozen tot 47ste President van de Verenigde Staten. Iemand postte de navolgende geniale foto:


Schoenenwas
Sinds jaar en dag doe ik af en toe een schoenenwas. Een schoenenwas? Zeker. Wandelschoenen en sportschoenen worden vies, stoffig en door transpiratievocht gaat er zout in zitten. Op internet vind je het advies om dergelijke schoenen in een emmer water te laten weken maar ik doe dus al jaren af en toe een schoenenwas. Wasmachine instellen op een kort programma (ongeveer een uur) met de watertemperatuur op 40 ºC. Een kleine hoeveelheid wasmiddel erbij, geen wasverzachter. Wel centrifugeren maar niet drogen. Na afloop van het wasprogramma de schoenen in de buitenlucht laten drogen. Tot slot: het leer behandelen met een geschikt impregneermiddel.
Onderhoud is behoud.

Donderdag 22 augustus 2024.


© Geklookt ei  
Zeker veertig jaar geleden heb ik de volgende uitvinding bedacht:
– men neme een RVS-paperclip 📎 ;
– buig het korte uiteinde open tot ‘boemerang’ ten opzichte van het tweede draaddeel;
– knip het tweede draaddeel af boven de buiging naar het derde draaddeel;– klem dit tweede draaddeel vast in een Dremeltje of soortgelijke multitool;
– neem een ei en maak een gaatje in de schaal met een eierprikker;
– schuif het uiteinde van de ‘boemerang’ door dit gaatje het ei in;
– schuif de bocht van de ‘boemerang’ voorzichtig door de schaal;
– schuif de rest van de ‘klutsklopper’ het ei in tot aan de kop van de multitool.– zet het Dremeltje aan, ongeveer 1 minuut: het rauwe ei wordt in de schaal geklutst;
– schuif het ei van de ‘boemerang’ af;
– plak een tape-je op het gaatje om ‘uitloop’ te voorkomen;
– kook het ei, zacht of hard: een geklutskookt = geklookt ei❗️

Allebei lekker: een zachtgeklookt ei of een hardgeklookt ei (met wat kruidenbouillon).
Internationale benaming: Swirlegg

Een commerciële uitvoering zou kunnen bestaan uit een ‘eierboemerangprikker’ met een motortje in de basis.

Een volgende proef staat in de steigers: met een navulbare injectiespuit Tabasco Smoked of iets dergelijks injecteren en daarna inwendig klutsen.
Mathieu leverde alvast enkele spuiten.

Leiden, 30 juli 2024 en volgende dagen.


© Hypothese
Al sinds het begin van mijn opleiding tot bewegingswetenschapper (1975) ben ik gefascineerd door de veelvuldig gehoorde uitspraak: ‘Ik word van een glaasje water nog dik.’ En ofschoon dat natuurlijk niet kan, zit er in die verzuchting misschien wel meer waars dan we denken. Het maakt immers nogal uit, wat voor anatomische en fysiologische eigenschappen iemand heeft. Dat wordt ook volstrekt duidelijk in een artikel in NRC/Limburger over het jojo-effect.
Ik heb inmiddels de heer Gijs Goossens (Universiteit Maastricht) aangeschreven. Want waar ik in het artikel niets over lees (maar misschien al wel onderzocht), zijn er ook verschillen tussen personen op het punt van de vertering van voedsel en de resorptie van voedingsstoffen.
Mijn idee is dat als gevolg van verschillen in spijsverteringsenzymen en verschillen in resorptieparameters sommige mensen misschien wel 100% energieleveranciers en bouwstoffen aan het voedsel dat ze eten onttrekken, anderen veel minder, misschien maar de helft.
En dat heeft uiteraard consequenties voor ‘dik worden’ of ‘slank blijven’. Dat verschil in efficiëntie van het spijsverteringsstelsel moet aan te tonen zijn in de ontlasting.

Beknopte beschrijving van de – verkennende – proefopzet:
– ga uit van een proefgroep van ongeveer honderd mannen, leeftijd 35 jaar, 70 kilo zwaar, 1.80m lang, goede, vergelijkbare lichamelijke conditie, vergelijkbaar basaalmetabolisme;
– geef ze allemaal precies hetzelfde dieet en laat ze gedurende bijvoorbeeld vier weken precies hetzelfde lichamelijke regime (ADL en sporten) doorlopen;
– analyseer bij allen alle ontlasting op niet verteerde voedingsstoffen (koolhydraten, eiwitten, vetten) en correleer die gegevens aan de veranderingen in het lichaamsgewicht.

Ik heb nog nooit een dergelijk onderzoek hierover gezien/gelezen. Het zal vrij makkelijk te organiseren zijn.
Als mijn hypothese juist blijkt, zijn er enorme implicaties. De vervolgvraag zal zijn: wat zijn de oorzaken van die verschillen in efficiëntie van het spijsverteringsstelsel? Zijn er enzymen en/of hormonen in het geding? Welke? Is dat te beïnvloeden?

Bij een bevestiging van de hypothese dient uiteraard vervolgonderzoek gedaan te worden bij vrouwen, andere leeftijdsgroepen enzovoort.

In de persoonlijke sfeer denk ik mijn hypothese bevestigd te zien in het verschil tussen mijn vriend Bram en mijzelf.
Bram: ‘Ik eet meer dan jij, jij drinkt meer dan ik.’
Ik: ‘Dat kan kloppen, maar het gaat om de totale voedingsstoffenopname in relatie tot het calorieënverbruik.’

Monschau (Driedaagse Hoge Venen), 20 juli 2019.
RotterBram (3), 17 maart 2022.
Fietsen Leiden – Winterswijk, 1 juli 2024.

Door autocorrectie gefopt!

De autocorrectiefunctie op de iPhone – bijvoorbeeld bij WhatsApp – leidt zowel bij uitgaande (van mij) als binnenkomende (naam vermeld) berichten vaak tot hilarische uitkomsten. Hieronder een paar voorbeelden. Gelukkig kon ik de meeste uitgaande autocorrecties corrigeren 🤪.

o=o=o=o=o=o=o

‘Brikjes (= eBikers) passen niet bij de Wereldfietser.’ In concept artikel voor tijdschrift de Wereldfietser (26 januari 2025).

Evert, in de mail over Arthur Frommer (21 november 2024):

‘- zet het drempeltje (= Dremeltje) aan;’ Bij het typen van instructies voor ‘geklookt ei’ (deze website-pagina).

Mailtje van Wilma van Meteren, Opinieredactie Trouw, 9 juli ’24:
(..) Met groet,
Wilma van meteen

‘Wintersport met Kerst en Nieuw is stervensuur (= stervensduur) geworden. De financiën worden dit jaar anders besteed.’ Wilma Weeterings op WhatsApp 11/12/’23.

‘Klopt. Zij was de penetrante (= peettante) van mijn moeder.’ Leo Oomen op WhatsApp 20/11/’23.

‘Ik ben benieuwd naar de reactie van Jointje (= Jinthe).’

‘Die Vaudevilles (= Baudet) heeft gewoon een mooi verdienmodel.’

‘Op 25 augustus vierde ik mijn naargeestig (= naamfeest).’ 

‘Geniet van jullie wandelwagen (= wandeldagen)!’ Van Charles.

’Jullie opknopen veel plezier (= Jullie ook veel plezier)!’ Van Charles.

‘Dat is belangrijk in verband met Bram preventie (= brandpreventie).’

‘Doe de groeten aan Atjeh (= Tjeu)!’

‘Met dank aan het nep-liberalisme (= neo-liberalisme).’

‘Fijne wandeldag lief. Ik lig nog lekkernij (= lekker in) bedje 😊.’


Ombudsboomer?


‘s Nachts
De nacht is mijn vriend. Bijna altijd ben ik een tot anderhalf uur wakker, meestal rond een uur of vier. En dan ben ik uitermate helder en creatief. Vaak maak ik dan wat aantekeningen in mijn iPhone zodat ik ‘s ochtends nog weet welke gedachten mijn brein produceerde.


Natuur en cultuur
De onderstaande foto maakte ik op maandag 17 oktober ‘22 in Encarnação (Portugal) tijdens onze fietstrektocht Leiden – Santiago – Lissabon.


Inclusie
Uniek, nog nooit gezien. Estación de autobuses in Santiago (4 oktober ‘22):  speciaal toilet voor mensen met een stoma. In de ruimte waren voorzieningen om stoma’s te legen en te reinigen. Chapeau ‼️


Mooie foto
Op zondag 31 juli 2022 fotografeerde ik bij de bushalte op Boulevard-Zuid in Katwijk een St. Jansvlinder op een blauwe zeedistel.


Toiletplaatjes
In 1985 zag ik op de toiletdeuren van restaurant Narziss und Golmund in Den Haag de navolgende pictogrammen:

Ik fotografeerde ze omdat ik ze uitzonderlijk mooi vond.
Ze vormden het begin van een tot en met vandaag actieve verzameling.
Aantal? Peildatum 3 augustus 2024: 605 analoge foto’s in 5 ‘handgemaakte’ albums + 2.133 digitale foto’s in Albelli-albums = 2.738 unieke pictogrammen.

Enjoy…: WC-pictogrammen Albelli-album.


Voorlezer
Na onderzoek heb ik uitgevonden dat ik afstam van Grégoires die gerekend kunnen worden tot een bijzondere ‘aftakking’ van de stroming van de Rederijkers: les raconteurs of les narrateurs.
Het waren voorlezers, van bestaande verhalen of van zelf gemaakte verhalen. Deze narrateurs waren anders dan de andere Rederijkers (vanaf de late middeleeuwen) niet georganiseerd in ‘kamers’; ze opereerden vooral langs familielijnen. De kunst van het voorlezen werd binnen de familie en tussen families doorgegeven, gecultiveerd en vervolmaakt.
Ze waren veelgevraagd op dorps-, buurt- en familiefeesten. De Grégoires waren fameuze raconteurs.
Zelf ben ik beslist behept met het voorleesgen.
Ik heb twee favorieten:
Maria en José van Erlend Loe. Daarbij vertoon ik op een scherm graag de meesterlijke tekeningen in het boek van de hand van Kim Hiorthøy.– De verhalen van Roald Dahl, met als absolute topper: Oom Oswald.
Heerlijk om te doen. En dan de commentaren: ‘Goh, dat wist ik niet van die variant op de Rederijkers…, en dat dat nog steeds bestaat!’ Top.


Conversatie
Bram: ‘Ja, jij kunt gemakkelijk allerlei klussen uitbesteden; omdat je twee keer zoveel verdient in de helft van de tijd!’
Ludo: ‘Ja Bram, dat zal allemaal wel, maar ook ik kan mijn geld maar één keer uitgeven.’
Bram: ‘Nou dat moest er gvd nog bijkomen: dat jij je geld twéé keer kon uitgeven!’
Variant Evert: ‘Zelfs Ludo kan elke euro maar één keer uitgeven.’


Contact