Fonderie Millen

 

– laatste bewerking op deze pagina:
9 september 2025

– aanbevolen schermstand: liggend/landscape

Bronnen:
– Jan Driessen (internet)

– Fer Cools (mailcontact)
– Wikepedia (encyclopedie)
– Ludo Grégoire (herinnering)

Ofschoon meer dan 80 jaar oud, is de Maastrichtse geschiedenis (1939–2000) van ijzergieterij Fonderie Millen zo goed als onbekend.

Mathieu Vermin – die later de bioscopen Mabi, Lux, Hebios (Heer) en Mebio (Meerssen) zou oprichten – stootte in 1925 in Millen bij Tongeren vrij toevallig op een oude ijzergieterij. Hij zag hier wel iets in en besloot het bedrijf over te nemen. Hij legde zich toe op de productie van de zogenoemde lasdoosjes. Dit waren gietijzeren doosjes die gebruikt werden om buizen in muren en plafonds waarin elektriciteitsdraden zaten, met elkaar te verbinden. De petroleumlamp had zijn langste tijd gehad, elektrisch licht was in opkomst en de lasdoosjes waren dan ook niet aan te slepen.

Alhaco

Ten behoeve van de afwerking en de verkoop van de producten van de Fonderie Millen, richtte Mathieu Vermin de Algemene Handelscompagnie Alhaco op. Het kantoor van deze Commanditaire Vennootschap (CV) was gevestigd te Maastricht in de Lantaarnsstraat nr. 1. Dit pand lag aan de achterkant van het woonhuis van de familie Vermin die in de Bredestraat nr. 25 woonde. Hun woonhuis kwam aan de achterzijde uit op de Lantaarnstraat.

Alhaco bouwde in 1939 aan de Fort Willemweg nr. 2 in het Bosscherveld in Maastricht een nieuw fabriekspand. Alsof Mathieu Vermin het had aangevoeld. Want in de meidagen van 1940 werd de fabriek in Millen tijdens een bombardement verwoest. Opbouwen van het bedrijf aldaar was geen optie. Reden waarom besloten werd de gietijzerproductie onder te brengen in de fabriek in het Bosscherveld.

Productieproces (1)

Er werd gebruik gemaakt van een met cokes gestookte koepeloven. De oven werd twee keer per week om 9.00 uur met cokes, ijzerbroodjes en gietijzeren afvalstukken gevuld en tot 1.600 °C verhit. Tegen 13.00 uur was het metaal vloeibaar en kon er gegoten worden. De afloopopening van de oven werd open gestoken, het vloeibare ijzer stroomde in een grote gietpan die aan een rail door de gieterij verplaatst kon worden. Vanuit deze gietpan werden kleine handgietpannen die door twee personen gedragen werden gevuld. Met het ijzer uit deze gietpannen werden de in de eerdere dagen klaargemaakte zandvormen gevuld. Voor de gietvormen werd er gebruikt gemaakt van een speciaal soort geel zand dat van de ENCI betrokken werd.

Gedenkpenningen en Victory toys
–  met veel dank aan Fer Cools

Op 13 september 1944 werd Maastricht van de Duitse bezetters bevrijd.
Naar aanleiding daarvan werden bij Fonderie Millen zogenoemde vrijheidspenningen gegoten.

Gedenkpenning, gietijzer, 387 gram, diameter 109 mm. Rechts de Onze-Lieve-Vrouwe Basiliek, links het Waterpoortje in Wijck en in het midden het Stadhuis. Onder de Sint Servaasbrug het stadswapen (Staar) van Maastricht
Variant

Daarnaast werden bij Fonderie Millen net na de bevrijding zogenoemde Victory Toys gegoten: jeeps, soldaatjes, vliegtuigen en baileybruggen.
De jeeps werden gegoten in ijzer, aluminium en messing. Er schijnen meer dan 70.000 jeeps te zijn gemaakt.

Jeep, zijaanzicht
Jeep, voor/bovenaanzicht
Onderzijde, het logo van Fonderie Millen (FM) is duidelijk te zien en ook de bedrijfsnaam Alhaco

Ik herinner mij dat logo FM zeer levendig. Het stond op de onderkant van alle lasdozen, op de kern van alle gietijzeren draadspanners en ook op de onderkant van de asbakken, in de vorm van een mini-koekenpannetje, die als relatiegeschenk dienden.

Productieproces (2)

Het productieproces als boven beschreven is 70 jaar onveranderd gebleven, want pas in 1995 werd de oven vervangen door een elektrische.

Jo Hayen – voormalig chef slijperij – die 46 jaar in het bedrijf werkte, weet zich nog te herinneren dat het werk zwaar was in de gieterij. ‘Je zou het kunnen vergelijken met het werk van een mijnwerker onder in de mijn,’ vertelde hij.
Ik herinner mij Jo Hayen als de dag van gisteren. Een relatief kleine, slanke man met een vrijwel verlamde (rechter?) arm en hand.

Alles was handwerk, heftrucks kwamen pas in de jaren zestig. Er moesten zakken van 50 kg getild worden. Bij het gietwerk werd je geconfronteerd met grote hitte. Veel beschermingsmiddelen had je nog niet in die tijd. In de slijperij was het vaak een hels kabaal.

Ik herinner me dat ’s zomers, bij extreme hitte in de fabriek ijsjes gehaald en uitgedeeld werden onder de arbeiders.

De verhoudingen binnen het bedrijf waren goed. Directeur Paul Vermin, die zijn vader in 1956 opvolgde en mijn vader bedrijfsleider Dolf Grégoire waren niet te beroerd zelf de handen uit de mouwen te steken. Als dat nodig was, gingen ze meehelpen in de gieterij. Ik zie ze voor me, met de gietpannetjes boven de vormen. En Paul Vermin reed graag op de bulldozer om het afgekoelde vormzand van de gietvloer te scheppen en weer in de zandsilo’s te storten.

Het bedrijf had in de jaren zestig veel Belgen (uitstekende kernenmakers) in dienst en ook een aantal Italiaanse gastarbeiders. Voor het overige waren de meeste werknemers afkomstig uit de Boschpoort.

Ik had begin jaren zestig regelmatig een vakantiebaantje in het bedrijf: lasdoosjes en de bijbehorende stalen dekseltjes meniën en na het droogproces de dekseltjes op de lasdoosjes bevestigen.
Tot de invoering van de vijfdaagse werkweek werd er ook op zaterdag in de fabriek gewerkt. Omdat ik op het Veldeke al wel op zaterdag vrij had, mocht ik af en toe op zaterdagochtend in de slijperij van de fabriek meewerken. Ik herinner mij vooral de Italianen heel goed. Jonge jongens die in hun vrije tijd met een bandje optraden. Ze namen een singletje op: Dove sorridere y piangere (Waar je kunt lachen en huilen).
Mijn vader kocht of kreeg het van ze.

Op de binnenplaats van het kantoor aan de Lantaarnstraat was een grasveld dat ik in de zomers van medio jaren zestig op woensdagmiddag ging maaien. Bijverdienste, ik meen een rijksdaalder per keer.
Op dat kantoor werkten behalve mijn vader ook ‘juffrouw Reinders’ (secretaresse) en ‘mijnheer Martens’ (boekhouder).

Tot de jaren zeventig werkten er ongeveer vijftig man bij het bedrijf. Door nieuwe machines en andere werkwijzen deed men het werk daarna met vijfentwintig man. Het aantal gietdagen per week werd uitgebreid.

Opkomst van kunststoffen

In de oorlog werd het bedrijf door de Duitse bezetter gedwongen gietijzeren kachelroosters te maken, maar het lasdoosje bleef het nog tot 1960 goed doen.
Kunststof was in opkomst en om de concurrentie bij te blijven bracht Fonderie Millen een bakelieten lasdoosje op de markt. Daarvoor werd een afzonderlijke (kleinere) fabriek in Margraten bij Maastricht in bedrijf gesteld.
In de zomers van ik meen 1964 tot en met 1967 reed ik er op mijn fiets heen voor mijn vakantiebaan. Ik herinner mij levendig de ingenieuze machine waarmee ik met twee kleine boutjes plastic dekseltjes op de bakelieten lasdoosjes bevestigde.
Op het hoogtepunt van de omzet van die doosjes, nam mijn vader soms kratten vol doosjes en losse dekseltjes mee naar huis die ik er dan in mijn vrije tijd handmatig op schroefde.

Uiteindelijk kon niet geconcurreerd worden met de plastics. Fonderie Millen ging zich toen toeleggen op kleiner gietwerk voor machines en dergelijke tot een gewicht van 10 kg, later tot 500 kg. Ook werden er halfproducten voor meubelfabrieken, onder andere voor Artifort, verder afgewerkt. En specifieke gietproducten waarbij veel handwerk in het geding was zoals de meerarmige straatlantaarns. Hier kon men weer een tijd mee vooruit.

In de jaren 90 kreeg het bedrijf het opnieuw moeilijk. Het LIOF (Limburgse ontwikkelingsmaatschappij) moest eraan te pas komen en Fonderie Millen kreeg een nieuwe eigenaar. De heer J.A. van Bree uit Belfeld werd de nieuwe directeur.

Noordwestentrée

In het jaar 2000 werd het bedrijfscomplex in het kader van wat toen nog heette de Noordwestentrée – later Belvédère – aangekocht door de gemeente Maastricht voor de som van fl. 1.160.000,–.
Niet veel later verhuisde de ijzergieterij naar het Business Park Stein in Elsloo. Het bedrijf leefde voort onder de naam Konings IJzergieterij BV. Dat bedrijf ging in 2016 failliet.

Het pand aan Fort Willemweg nr. 2 waarin Fonderie Millen oorspronkelijk gevestigd was, werd begin 2005 gekraakt door een groep krakers en kunstenaars afkomstig uit de Villa Vendex. Zij wilden onder de naam De Gieter in het pand wonen, er ateliers inrichten en er tevens culturele activiteiten organiseren onder de noemer ‘culturele broedplaats’.
De eigenaar van het pand, de gemeente Maastricht, spande direct een kort geding tegen de krakers aan, omdat zij plannen had het pand te slopen voor de aanleg van een parkeerterrein.
De gemeente won het kort geding en de oude fabriek in het Bosscherveld werd inderdaad gesloopt.

Prachtige getuigen

Alleen zes, door de gieterij vervaardigde gietijzeren vijfarmige straatlantaarns die de Markt en het Vrijthof sieren, zijn in Maastricht de nog tastbare herinneringen aan de ijzergieterij uit de stad Millen in België.

Boven de ingang van de ondergrondse parkeergarage van het Vrijthof staan er twee; bij elk van de vier hoekpunten van het Stadhuis op de Markt een.
Op 1 september 2025 maakte ik daar foto’s van:

Vijfarmige straatlantaarn (zuidwesthoek Stadhuis)
Reliëf (aan weerskanten)

In het laatste foto-album van mijn vader zit de navolgende pagina:

Foto en gedicht: Dolf Grégoire (maart 1969)

De gefotografeerde lantaarn is waarschijnlijk die op de noordwesthoek van het Stadhuis.

Dit is de laatste albumpagina die mijn vader zelf gemaakt heeft, met zijn gedicht in diens prachtige handschrift.
Hij is niet meer toegekomen aan het uitgummen van de met potlood gemaakte schrijfhulplijntjes die ik aantrof toen ik eind 1969 de nog niet ingeplakte foto’s na zijn dood in het album verwerkt heb. En daarachter de rouwbrief, de rouwadvertenties en de foto’s van hoe hij was opgebaard.

Onder de nog niet ingeplakte foto’s zat ook de allerlaatste foto die bij leven van pa gemaakt is, voorjaar 1969:

Pa, radio, tafelkleed, meubilair, vlaai, servies, koffiemelk, sigaretten: in mijn geheugen gegrift

Op dinsdag 8 september 2025 heb ik met de grootste zorgvuldigheid de hulplijntjes onder de dichtregels uitgegumd en een foto van de albumpagina gemaakt voor op deze websitepagina.

Contact