Frans Jansen

– laatste bewerking op deze pagina:
7 februari 2025

Gast 9: ingecheckt vrijdag 4 augustus ’23, 21:52u.

Frans, 1e KALO-minireünie in Leiden, 1 november 2023

Gerant: Hoe heet je en wie ben je?
Frans: Mijn naam is Frans (Franciscus Josephus Gerardus) Jansen. Ik ben geboren in 1947 in het Brabants/Kempische dorp Luyksgestel, onder Eindhoven. Ik was het vierde kind in een gezin van zes. Mijn vader had samen met zijn broer een boerderij. In de vijfde klas van de lagere school gaf ik te kennen priester te willen worden. Van 1960 tot 1967 zat ik op het seminarie van de paters Assumptionisten in Boxtel. Rond 1965 concludeerde ik dat het priesterschap niet mijn weg was en even later heb ik – in het ‘hol van de leeuw’, een klooster! – ook het geloof verlaten. Je kunt zeggen dat ik vanaf dat moment agnost ben met een sterke neiging naar het atheïsme. Toch denk ik zonder rancune en met veel waardering terug aan de tijd op die kostschool. Onder de paters waren zeer liberale geesten die het allerbeste voor hadden met de seminaristen. Ik heb veel aan hen te danken.
Van 1967 tot 1969 volgde ik het CIOS, een opleiding voor sportleiders, in Overveen. Een bewuste keuze voor die school, hoewel het voor de hand lag dat ik naar Sittard zou gaan.
Gérant: Wat bedoel je met ‘een bewuste keuze die niet voor de hand lag?’
Frans: Ik was de katholieke sfeer in het zuiden helemaal zat, besefte maar al te goed dat als ik mijn wereldbeeld wilde verruimen, dat ik dan een tijdje uit dat milieu weg moest. Was nog wel even een probleem, want zowel mijn ouders als de paters opteerden voor het katholieke CIOS Sittard. Ik heb doorgezet. In Overveen gingen werelden voor me open.…… Deze opleiding heeft mij veel gebracht.
Van 1969 tot 1971 was ik (dienstplichtig) militair sportinstructeur en speelde in het nationaal militair basketbalteam. In de avonduren behaalde ik het diploma Lagere Akte Gymnastiek en gaf ik een jaar lang gymnastiek op een school in Eindhoven.
Van 1972 tot 1975 zat ik op de ALO in Tilburg. Hier zaten Ludo en ik in dezelfde klas. Van 1975 tot 2010 was ik docent aan het CIOS te Overveen/Haarlem. Dit was een baan, geen mooiere heb ik mij kunnen wensen. Nu geniet ik al weer 13 jaar van mijn pensioen.
Ik ben 48 jaar getrouwd met Han, we hebben drie kinderen en zes kleinkinderen. Ik woon in het Noord-Hollandse Egmond-Binnen, voel me daar als zuiderling prima thuis. Ik besef dat ik op een moment in de geschiedenis en een plaats op deze aarde leef waardoor ik mij enorm heb kunnen ontplooien. Wat ben ik een bofkont!

Gérant: Wat is je passie en wat vertelt die passie over jou?
Frans: ‘LEVEN IS TOCH VOORAL BELEVEN EN WAAR IN HET LEVEN VALT ER MEER TE BELEVEN DAN IN HET BEWEGEN?’
Dit is mijn lijfspreuk en vakconcept. Veelsoortig bewegen, sporten, spelen zorgt ervoor dat ik heel wat dimensies van het bestaan kan ervaren. Elke bewegingsvorm brengt één aspect, één onderdeel van het bestaan bij mij binnen. Ik wandel, schaats, langlauf, klim, fiets, golf en kano. In allerlei vormen en in verschillende omstandigheden, alleen en in groepen. Het bewegen is een diamant die ik vond en die ik ook aan anderen wil laten zien. Het leven heeft waarschijnlijk geen zin, maar het bewegen maakt voor mij het leven wel de moeite waard. Daarom: MOVEO, ERGO SUM.

Gérant: Welke droom zou je nog graag realiseren?
Frans: Een leerling vroeg me toen ik met pensioen ging: ‘En Frans, wat wil jij eigenlijk nog realiseren?’ Ik heb hem toen geantwoord dat ik een nog dieper besef van bestaan wil krijgen. De homo sapiens is een soort die tienduizenden jaren kon overleven door zijn cognitie. Een bijeffect daarvan is dat de mens kan reflecteren, filosoferen, zich verwonderen en zich bewust is van zijn bestaan. Ik heb al geen klagen wat dit betreft, maar het zich verwonderen over het feit dat jij een onderdeel van de kosmos bent, ja dat zou ik nog naar een grotere hoogte willen opstuwen.

Gérant: Wat vertrouw je de aanwezigen in het Hotel – de gérant en de eerdere gasten – ’s avonds bij de open haard toe?
Frans: Ik ga er zonder meer vanuit dat Ludo`s gasten integer zijn en dat er valide communicatie is. Ik hoop dat er geen taboes zijn, dat we de naakte feiten zullen benoemen. Men mag mij werkelijk alles vragen, ik zal zonder fictie antwoorden en hoop dat dat wederkerig is. Samenwerkend zullen we dan meer kijk krijgen op het verschijnsel mens. Ik stel de gérant voor om overdag een flinke bewegingsactiviteit te organiseren want dan komt de communicatie non-verbaal al flink op gang.

Gérant: Waar ken je Hoteleigenaar Ludo van?
Frans: Ik ontmoette Ludo 50 jaar (!) geleden op de ALO in Tilburg. Merkwaardig is dat wij elkaar sportend nooit zijn tegengekomen in het Noord-Hollandse. Tot we elkaar enkele jaren geleden zagen tijdens een reünie. Heb met hem drie maal de Hoge Venen gelopen, de West-Friese Omringdijk gefietst, verschillende keren geschaatst. En dat ging steeds gepaard met hele fijne gesprekken.

Gérant: Welke vijf sleutelwoorden zijn volgens jou kenmerkend voor Ludo?
Frans: Ludo is cognitief intelligent, sociaal intelligent, motorisch intelligent, heeft een groot vermogen tot analyse van maatschappij en politiek, is een begenadigd schrijver. Hij verdient alle respect voor de wijze waarop hij in zijn leven met tragiek is omgegaan.

Gérant: Welke zin uit ‘Hotel California’ past het beste bij jou en wat zegt die zin over jou?
Frans: ‘We are all just prisoners here of our own device.’ Al onze zintuigen zijn niet in staat om ook maar iets van de werkelijkheid bij ons te krijgen. Alle religies, alle antropologieën proberen en hebben geprobeerd dat gat te vullen. Met steeds een vals resultaat tot gevolg. Het zijn allemaal ficties om de gang van alledag te waarborgen en onze soort te laten voortbestaan. Wij mensen hebben veel te weinig gereedschap en vermogen om ook maar één deel van de werkelijkheid te doorgronden. Vandaar mijn agnosticisme. We hopen, geloven, verlangen, verwachten, maar waarschijnlijk is er niets dan duisternis.

Gérant: Wat doet dat: wel kunnen uitchecken maar niet kunnen vertrekken?
Frans: Dat we tot elkaar veroordeeld zijn. Of we willen of niet, we moeten het met elkaar rooien. En dat kunnen we, geen soort die zo goed kan samenwerken als de homo sapiens. Dat samenwerken heeft ons in het verleden er doorheen gesleept. En ook nu is het de enige sleutel naar de toekomst.

Gérant: De laatst uitgecheckte gast – Jos Perry – (zie website) stelde jou een niet-alledaagse vraag. Wat is daarop je antwoord?
Frans: Als reïncarnatie zou bestaan, waar ik niet van uit ga, zou ik graag eens een leven lang vrouw zijn en bij een daaropvolgend leven homoseksueel en daarna lesbienne. Fantastisch om de verschillen te ervaren en daardoor meer van het leven te weten te komen. Ik zou dat willen zijn in verschillende periodes in de ontstaansgeschiedenis van de homo sapiens, bijvoorbeeld 70 duizend jaar geleden toen we op het punt stonden Afrika te verlaten en er ook nog andere mensachtigen rondliepen. Of 10 duizend jaar geleden toen we dachten met landbouw en veeteelt te moeten beginnen. Ik zou zeker over duizend jaar willen leven, hoewel ik denk dat de mens dat niet haalt. Als Afrikaan, Aziaat, Zuid-Amerikaan.
Gérant: Hoe zou het voor jou zijn als je dan met een progressieve meervoudige motorische handicap ter wereld zou komen?
Frans: In de gehandicaptensport is enorm veel mogelijk. Maar als ik totaal verlamd op bed zou komen te liggen, zou dat voor mij een ‘ondraaglijk en uitzichtloos lijden’ betekenen…
Gérant: Waarom denk je dat de mens dat niet haalt? Hoe ziet de ondergang van homo sapiens er volgens jou uit?
Frans: We spreken van een sprinkhanenplaag, een muizenplaag, een processierupsenplaag. Die diertjes moeten uitgeroeid worden, ze zitten ons in de weg. Niemand hoor ik zeggen dat deze soorten uiterst succesvol zijn. Maar hun succes is ook hun decimering. Van alle soorten die er ooit rondliepen op de aarde zijn nu 99.9% fossiel. Waarom zou de homo sapiens geen fossiel worden. Ik ben een cultuurpessimist gezien de feiten. We zijn als mensheid niet in staat ons gedrag radicaal te veranderen, we zitten in een wals die onbestuurbaar de berg af raast.

Gérant: Welke, niet alledaagse, vraag wil je aan de volgende hotelgast stellen?
Frans: Paul Schenderling, econoom, schreef het boek: ‘Er is leven na de groei’. Daarin zegt hij dat er drie en een halve aardes nodig zijn om het leven te blijven leven zoals wij dat nu doen. Een onmogelijkheid natuurlijk. Er is maar één manier om te overleven. Dat is door ingrijpend te consuminderen. Denk jij daar ook zo over? Of heb je een andere zienswijze op de toekomst? Vertel daar eens over.

Gérant: Elke gast mag maximaal drie media (foto, video, audio, tekst) én maximaal drie hyperlinks achterlaten in het Hotel. De antwoorden op de vragen en de achtergelaten media krijgen verblijf in Hotel California.
Frans: Ik kies deze, van JC Bloem:Ik houd van gedichten en Bloem is mijn favoriet. Het nihilistische in zijn werk spreekt mij bijzonder aan.

In de navolgende hyperlink speelt Christiaan Poel, mijn hoorn leraar, een etude die ik had ingestudeerd. Hij motiveert mij enorm. Ik speel in de plaatselijke fanfare. Repeteer elke dag met veel plezier, de hoorn fascineert me. Desondanks ben ik een matig muzikant.

Hans – Toon – Frans, schaatshal ‘De Meent’, Alkmaar

Van alle sporttechnieken staat bij mij de schaatsslag met stip bovenaan. Schaatsen is geen sport, maar kunst! En kunst moet omdat kunst troost biedt. Op de foto schaats ik met zoon Hans en kleinzoon Toon. Die worden ook al zenuwachtig als er natuurijs komt.

Gérant: Dank je wel Frans. Je bent een memorabele gast. Nee… vriend!

Frans Jansen: uitgecheckt woensdag 16 augustus ’23, 20:12u.

Contact