– laatste bewerking op deze pagina:
7 februari 2025
Gast 7: ingecheckt zondag 26 maart ’23, 16:00u.

Gérant: Hoe heet je en wie ben je?
Irène: Voluit heet ik Irène Josephine Louise Johanna Bovy. Evenals bij anderen en naar goed katholiek gebruik van vroeger werden mijn twee oudere broers vernoemd naar opa’s en oma’s van Bovy en Grégoire. Vervolgens ging het destijds daarna op rij: oudste ooms en tantes werden peetooms en peettantes en aangezien ik nog een oudere zus heb, kreeg ik tante Fien van de Grégoirekes als peettante en noonk Louis van de Bovykes als peetoom. Maar tante Fien kon om mij onbekende reden niet bij de doop aanwezig zijn, dus kreeg ik er nog een leen-peettante bij: tante Jo…..
De naam Irène (met accent grave) is uitzonderlijk origineel in ons gezin en ook op school, tijdens de studie en in werkkringen kostte het wel altijd wat moeite om niet ‘gewoon’ voor een Irene versleten te worden.
Ik ben de vierde uit een gezin van zes kinderen en tot mijn zevende woonden we in Wolder, een dorp en tevens woonwijk van Maastricht met een lange geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd, vlakbij de Belgische grens. Het was een nog ouderwetse wereld, waar paard/pony en wagen nog aan de deur kwamen met losse melk, groente en fruit en poetsartikelen, een soort SRV-wagentjes avant la lettre. En er werd nog gestookt op steenkolen, die één keer per jaar in grote voorraad aan huis afgeleverd werden. Mijn kleuterschool lag op steenworp afstand van ons huis en werd gerund door kloosterzusters: lieve zoals zuster Lutgard en gemene zoals zuster Henriëtte, die me met haar nagels stevig grijpend in mijn arm terugduwde in de rij, als ik me kennelijk- maar me daar niet van bewust- niet precies in een rechte rij bevond. Ik weet nog dat mijn kapstokje daar nummer 4 had en dat ik daar mijn mooie nieuwe lichtblauwe slofjes, voor over de schoenen, op moest hangen aan het einde van de dag. Ik herinner me ook het kleien vanuit een vierkant blok klei en dat deze, nadat je er iets moois van gevormd had, evenzogoed weer in een vierkant met kuiltje met water weer teruggezet werd in een bewaarsituatie. Ook herinner ik me dat de nonnen bepaalde kleurencombinaties vonden ‘vloeken’, bijvoorbeeld blauw en groen, paars en rood, oranje en bruin of roze. Ikzelf heb in elk geval blauw-groen altijd heel mooi gevonden en mijn moeder eens een overgooier gevraagd te maken met steeds een helft blauw en de andere helft groen.
Ons zakgeld – 5 cent – besteedden we net over de grens in Vroenhoven omdat je daar voor een franc (ruilkoers) veel meer waar voor je geld kreeg. Bijvoorbeeld twee Belga kauwgoms; zwart/grijs was mijn favoriet.
Op mijn zevende verhuisden we naar Belfort, een Maastrichtste nieuwbouwwijk en een waar paradijs voor kinderen van onze leeftijd. Het wemelde van de kinderen in de buurt; samen ontdekten we de buurt, de ‘bergen’, grond die alvast klaar lag voor een nieuwe wijk die pas vele jaren later achter die van ons gebouwd werd, de korenvelden waar we zowel detective-je in speelden en waar ook de eerste kusjes uitgedeeld werden. Dat had ik in Wolder overigens ook al met mijn overbuurjongetje op mijn vierde of vijfde gedaan waarbij we beloofd hadden met elkaar te zullen trouwen…
Alhoewel in deze wijk de Oude Wereld in de vorm van ook Romeinse sporen nog letterlijk voor het oprapen lagen; ik heb wel eens een stenen bijltje uit de Oudheid achter onze tuin in een gangetje gevonden, brak daar voor mij de Nieuwe moderne tijd aan.
Wie ik ben ligt wel besloten in de mogelijkheden van de lagere schooltijd daar; een nieuwe school met allemaal verse en jonge leerkrachten, die er projectonderwijs gaven; aardrijkskunde, biologie en geschiedenis geïntegreerd in het vak ‘Wereldoriëntatie’, waarvoor we in het documentatiecentrum mooie werkstukken maakten, meededen aan wedstrijden van het tijdschrift ‘Kijk’. We hadden een typemachine achterin de klas staan waarop we onze schoolkrant in de vijfde en zesde klas typten en ik was op democratische wijze gekozen als vertegenwoordiger in de klassenraad… Vanaf de vierde zaten we ook niet meer in rijen maar in niveaugroepjes van een stuk of zes leerlingen per groep in de klas.
De middelbare school – het Stedelijk Lyceum – was dan eigenlijk weer een flinke domper op de feestvreugde; minder gemotiveerd of een beetje gedesoriënteerd bleef ik daarom ‘plakken’ in de tweede klas, om toch wel de ambitie van Atheneum (A met pretpakket) waar te maken.
Lang verhaal korter; na twee jaar sociale geografie even de draad kwijt wat ik nou wilde of waar ik goed in was, wel veel plezier in het studentenleven en met mijn destijds grote liefde in de studentenflats van Diemen geleefd en daarna nog eens 18 jaar op de Celebesstraat in Amsterdam-oost.
Omdat mijn lief geen kinderen wilde, koos ik voor de opleiding HBO-J en dat was een schot in de roos; veel creatieve keuzevakken, vriendschap vanaf dag één met José en ook mijn Franse vriendin Cathy ken ik al vanaf eind 1978. Ook een van mijn beste vrienden Win, die ik nog kende van de middelbare school, die ik weer tegenkwam in Amsterdam-oost en met wie ik in 1996 op fietsvakantie naar Denemarken ging, zie ik nog steeds met enige regelmaat. Wij deelden lief en leed als een van ons beiden weer een romance of break up had en hadden de grootste lol om situaties waarin we al dan niet samen verzeild raakten.
Gérant: Wat is je passie en wat vertelt die passie over jou?
Irène: Mijn passie is er niet één en ook vaak wisselend door de jaren heen; dat is altijd zo geweest. Zat mijn oudere zus op ballet, dan wilde ik dat ook, vooral voor het mooie pakje, zat mijn vriendinnetje op paardrijden (pony’s), dan wilde ik dat ook, maar had nooit die grote passie die anderen voor iets hadden en had daarom ook wel moeite met de keuze voor het vervolg: beroepskeuzes en banen. Achteraf analyserend kun je zeggen, dat ik het heel leuk vind om nieuwe dingen te ontdekken, te onderzoeken, op te zetten of zelf te verzinnen en daar kan ik dan wel een tijd lang heel gepassioneerd mee bezig zijn. Steeds weer iets nieuws om in te duiken en te ontwikkelen en als het eenmaal op rolletjes loopt, verliest het een beetje mijn interesse of passie. Daarom is het maken van websites wel een ideale baan voor mij; steeds weer nieuwe klanten met hele uiteenlopende aard van bedrijven en samen onderzoeken hoe je dat het beste en mooiste of leukste kunt vormgeven. Met Ludo’s website zijn er sowieso altijd weer nieuwe invalshoeken mogelijk 😉
Gérant: Welke droom zou je nog graag realiseren?
Irène: Ik heb altijd wel gedroomd van reizen met een camper door Australië en sowieso veel mooie reizen maken zou dan het eerste zijn wat ik nog zou willen doen, alhoewel ik inmiddels ook wel bewust ben van onze verantwoordelijkheid voor een meer rechtvaardige verdeling op deze aarde en ik vind dat de vroegere dromen over een betere wereld de laatste tijd wel erg veel op nachtmerries beginnen te lijken. Ik hoop dus wel dat mijn droom over een betere wereld voor mijn kinderen en natuurlijk voor alle mensen toch nog gerealiseerd kan worden in een nieuw revolutionair tijdperk.
Gérant: Wat bedoel je daarmee: ‘een nieuw revolutionair tijdperk?’ Hoe ziet dat er uit?
Irène: Zoals de industriële revolutie grote veranderingen heeft gebracht en de maatschappij drastisch veranderd heeft, zal het informatietijdperk met alle nieuwe technische mogelijkheden de wereld ook drastisch gaan veranderen. Dat zou het mogelijk moeten kunnen maken om een wereld van overvloed te creeëren zoals ik in 2013 zag in een Tegenlichtdocumentaire ‘Overvloed’. Ik hoop dat die ras-optimist gelijk krijgt maar zelf ben ik door de ontwikkelingen in de laatste 5 jaar helaas minder optimistisch geworden en ben ik bang dat we door machtspolitiek alleen nog maar op grotere rampen afkoersen.
Gérant: Wat vertrouw je de aanwezigen in het Hotel – de gérant en de eerdere gasten – ’s avonds bij de open haard toe?
Irène: Waar ik dat inderdaad ’s avonds bij een open haard in een onderonsje wel zou kunnen doen, zal ik dat niet zo snel op internet zetten; ik houd graag controle over wat ik met wie deel. Zeker als het gaat om ‘iets toevertrouwen’. Maar om toch een beetje aan je nieuwsgierigheid tegemoet te komen, zal dat waarschijnlijk gaan om wat hilarische situaties die ik met daten heb meegemaakt. Ik ben namelijk naast twee relaties van elk 10 jaar en een relatie van 2,5 jaar daar ergens tussenin inmiddels meer jaren single dan met een leuke man.
Gérant: Waar ken je Hoteleigenaar Ludo van?
Irène: Tja… tromgeroffel… het is mijn neef! HOERA 🙂 en ik herken ook wel enige familietrekjes, ook al zijn ze soms net weer anders tot uiting gekomen.
Ludo kwam vroeger elke woensdag op zijn fiets vanuit de binnenstad van Maastricht naar Wolder om met mijn twee broers te spelen met speelgoed uit die tijd: Schuco, Carrera, Lego, Meccano, walkie talkies en dergelijke. Ik herinner me daar niet zo heel veel meer van want we schelen toch wel 7,5 jaar, maar sinds de neven-/nichten reünie is ons contact geïntensiveerd en zeker door de website die Ludo mij vroeg voor hem te maken.
Gérant: Welke vijf sleutelwoorden zijn volgens jou kenmerkend voor Ludo?
Irène: Gedreven, uitbundig, leermeester, overweldigend schrijver (in aantal) maar ook to-the-point (per artikel).
Dat Ludo sportief is, staat natuurlijk buiten kijf en zou misschien op nummer één moeten staan maar dat is niet hoe ik hem ken; als wij elkaar ontmoeten zijn we vooral heel veel aan de praat.
Dat zijn ook wel Grégoire-familietrekjes, die bij mij ook weleens mezelf in de weg staan; bijvoorbeeld door enthousiasme of volledig te willen zijn, voor anderen te veel aan te bieden.
Gérant: Welke zin uit ‘Hotel California’ past het beste bij jou en wat zegt die zin over jou?
Irène: Voor mij is dat eigenlijk de zin uit ‘Take it easy’: don’t let the sound of your own wheels drive you crazy. Op zich zegt die zin niet veel over mij want ik geloof niet dat ik veel last heb van ‘sound of my own wheels’ in het dagelijkse leven maar ik vind die zin gewoon heel erg mooi poëtisch en stel me daar dan zo’n stoere motorrijder bij voor en ik vind het ook wijze raad.
Gérant: Maar dat is geen zin uit ‘Hotel California’, toch? Dus…?
Irène: Ik heb me nooit zo verdiept in de teksten van het nummer ‘Hotel California’ en daarom gekozen voor een zin uit ‘Take it Easy’, waar ik die binding wel mee had. Maar als je er op staat en ik moet er een kiezen dan zou ik nu gaan voor: ‘He said: ‘We haven’t had that spirit here since 1969’, omdat die bij mij een andere karaktertrek naar boven haalt: willen uitzoeken wat er dan in 1969 waar op gedoeld wordt… Tijdens de jaren zeventig waren de leden van The Eagles bekend als duivelaanbidders. Als je de vinyl albumcover opent, zie je Antwon Levay op een balkon staan en daar kijkt hij over de band heen. Dit was na zijn dood. Hij is in 1969 overleden vandaar ‘We haven’t had that spirit here since 1969’. De satanskerk van Antwon Levay stond in de woestijn en heette CALIFORNIA HOTEL. Het grootste deel van de tekst gaat dus over de duivel en de hel.
Gérant: Wat doet dat: wel kunnen uitchecken maar niet kunnen vertrekken?
Irène: Ik weet niet zo goed wat ik daarvan moet denken; is dat creepy, als prisoner? Of is het vriendelijk bedoeld als in ‘je kunt gaan en staan waar je wil maar je bent altijd welkom om hier weer terug te keren en eenmaal met elkaar verbonden, blijft aan elkaar verbonden, op een fijne manier?’
Ik hoop natuurlijk het laatste. Maar eenmaal op internet gezet, is het wel iets wat je zou kunnen blijven achtervolgen… Zo heb ik eens meegemaakt bij een sollicitatiegesprek dat men refereerde aan iets dat ik voor een schoolreünie voor mijn klasgenoten had geschreven… dus het blijft in mijn ogen ook wel een privacy-issue wat je wel en niet deelt op internet; ook al ‘heb je niets te verbergen.’
Gérant: De vorige gast – Bert Cleij – legde jou het navolgende voor: ‘Irène, op basis van enig zicht op de ontwikkeling van jouw loopbaan, mogelijk toch een alledaagse vraag: zijn sociale media voor jou een zegen of een vloek?’
Irène: Dat vind ik een goede, alhoewel ik de vraag van Willem over toeval in je leven ook een hele leuke vind. Ik vind serendipiteit namelijk een interessant thema en heb bijvoorbeeld ook het lezenswaardige managementboek van Jaap Peters, Rob Wetzels ‘Niets nieuws onder de zon en andere toevalligheden – Strategie uit chaos’ als heel inspirerend ervaren.
Maar Bert verdient zeker ook antwoord op zijn persoonlijke vraag aan mij. Ik weet nog goed dat ik aanvankelijk niks of niet zo veel met computers had, tot ergens rond 2005 toen in het kader van een ‘PC-privéproject’ iemand uit Friesland de bibliotheekmedewerkers van Zoetermeer waar ik destijds werkzaam was kwam vertellen over de ontwikkelingen en mogelijkheden van internet. Dat daardoor mensen over de hele wereld die bijvoorbeeld eenzelfde hobby hadden, met elkaar konden communiceren en bijvoorbeeld. vervolgens stekkjes van planten konden uitwisselen met iemand in Japan of konden communiceren met kinderen in het buitenland. ’s Nachts in mijn droom was ik letterlijk aan het surfen, zo’n grote indruk had dat verhaal op mij gemaakt.
Als ‘consulent nieuwe media’ op de educatieve dienst van de Provinciale Bibliotheek Centrale van eerst Zuid-Holland en na fusie van Noord- en Zuid-Holland, heb ik steeds allerlei vormen van social media getest, omdat ik wilde weten hoe het werkte en hoe ik de verschillende doelgroepen van de PBC’s zo goed mogelijk kon adviseren over de mogelijkheden van dergelijke nieuwe vormen van informatievoorziening of ontspanning of gebruik ervan in het onderwijs. Zo heb ik genoten en was het spannend op ICQ (I seek you), DDS (de digitale stad waar je kon kiezen waar je woonde, in welk type huis, ik een huisje in Maastricht had en waar je kon chatten als je ‘thuis’ was en dus je lampjes branden of kon PM-en als je niet thuis was en ik een ware internetliefde ervoer, compleet met onverwachte teleurstelling bij ontmoeting zoals ook door Francisco Jole in zijn boek ‘de internetsensatie’, die ik in herdruk van 2003 las en waar hartstochtelijk beschreven werd: ‘We spreken af in Parijs, en wel recht onder de Eiffeltoren, maandagavond om 19.00 uur.’ De verhouding is zo speciaal dat het wel gerechtvaardigd is om een soort middelpunt van het universum op te zoeken. Hier het hele verhaal. En in principe ben ik er steeds heel erg enthousiast over tot het moment dat ‘de commercie’ de boel overneemt en de pret bederft omdat zij de oorspronkelijke vorm dermate aantasten, dat er niet veel meer overblijft van het oorspronkelijke zeer mooie doel en tevens ook de hoop en mogelijkheden voor eerlijkere verdeling van kennis en macht helemaal de kop indrukt. Aan de ene kant dus een zegen, totdat we alleen nog maar gespamd worden of sterker nog, oplichters hun slag slaan en misbruik maken van het vertrouwen van mensen.
Gérant: Welke, niet alledaagse, vraag wil je aan de volgende hotelgast stellen?
Irène: Ik heb lang geleden wel eens gedroomd dat ik door Aad van den Heuvel geïnterviewd werd bij Brandpunt maar heb geen idee meer waarover ik dan iets ‘interessants’ te vertellen had…..daarom aan de volgende gast de vraag: ‘Stel je voor dat je voor een Nederlands tv-programma wordt uitgenodigd; in welk programma zou je dan het liefst verschijnen en wat is dan je ‘gedroomde’ kwaliteit of het onderwerp waarop je uitgenodigd bent?
Gérant: Elke gast – dus ook Irène – mag maximaal drie media (foto, video, audio, tekst) en drie hyperlinks achterlaten in het Hotel. De antwoorden op de vragen en de achtergelaten media krijgen verblijf in Hotel California.
Irène: Hoezo maximaal? Ik zou eerder zeggen minimaal… ik heb bij de top-2000 ook nooit genoeg aan de 30 die je kunt insturen 😉
Ik heb daarom stiekem al bij vorige vragen wat ingevoegd; telt niet mee toch?
En het verandert ook steeds al naargelang het onderwerp waar we het over hebben, waarom denk je dat het zo lang geduurd heeft voordat ik eindelijk ingecheckt heb?
Dus de 3-plus hyperlinks heb ik al verspreid in de tekst vergeven;
Dan kies ik verder als foto’s:
In de achtertuin in Wolder zie je op de 2e foto de fiets van Ludo staan.
Ik als tiener -middelbare scholier. De moedervlek op mijn rechterwang (ook wel pukkel genoemd) en destijds ook wel heb ik ergens rond 2000 laten verwijderen; hij begon groter en storend opvallender te worden…
Hoe ik dit logo zelf m.b.v. serendipiteit ontworpen heb, kun je lezen in de laatste allinea op https://www.whizz-u.com/me/.
Irène Bovy: uitgecheckt zaterdag 8 juli ’23, 18:47u.