Los het probleem van discriminerende officiële feestdagen op – Brief van de dag VK 13-06-2020

De overheid doet er goed aan onze wet- en regelgeving uit te vlooien op ‘blindevlekdiscriminatie’. Zo zien we in de wetgeving over de elf Nederlandse officiële feestdagen dat er maar liefst acht christelijk zijn. Daarmee zijn ze discriminerend. Zeker omdat het overgrote deel van de officiële feestdagen via cao’s tot verplichte vrije dag is verklaard.

De achtergrond van deze ­traditie is heel begrijpelijk. Ze stamt uit een verleden waarin vrijwel iedereen in Nederland actief het christendom beleed. Maar de huidige diversiteit – in allerlei opzichten – van de ­Nederlandse bevolking verdraagt zich niet langer met deze traditie. Ze is in strijd met het gelijkheidsbeginsel zoals verankerd in artikel 1 van de Grondwet en ze is in strijd met een ander fundament van onze democratie: de scheiding van kerk en staat.

Je lost het probleem van de discriminerende officiële feestdagen dus ook niet op door, ­zoals vaak is gesuggereerd, een paar christelijke feestdagen een-op-een te vervangen door islamitische, joodse of noem maar op feestdagen. Maar wel door verbindende seculiere waarden een nationale feestdag te geven, goed verdeeld over het kalenderjaar, zodat er afzonderlijk aandacht voor kan zijn.

Aanpassing is nodig, urgent en mogelijk. Bij deze een voorzet uitgaande van een onveranderd aantal van elf dagen. Nieuwjaarsdag handhaven behoeft geen toelichting. Dag van de Gelijkheid, vanwege artikel 1 van onze Grondwet. De ijzersterke combinatie 4 en 5 mei handhaven, maar Bevrijdingsdag omdopen tot Dag van de Vrijheid, ruimer dan alleen WO II. Koningsdag omvormen tot Dag van de Democratie en op 15 september, zoals door de Verenigde Naties is aangegeven. Daarmee recht doende aan zowel monarchistische als republikeinse sentimenten. Dag van de Mensenrechten; universele waarden met een taakstelling. Tot slot: Dag van Europa, met hetzelfde argument dat werd gebruikt om in 2012 de Nobelprijs voor de Vrede aan de EU toe te kennen.

Alléén deze zes dagen tot ­Nationale Feestdagen verklaren. In beginsel voor iedereen een vrije dag. Met veel maatschappelijke activiteiten om ze te duiden en samen te kunnen vieren, omdat ze brede verbinding beogen. In aantal, goed verdeeld over het jaar, voldoende. Vervolgens de resterende vijf dagen bestempelen tot ‘keuzedagen’ in plaats van officiële feestdagen.

Nederlanders die ‘iets’ met ‘feestverwanten’ willen vieren, kunnen dan gewoon vrijnemen op de dag van hun keuze. Voor het vieren van Kerstmis, Gay Pride, Koningsdag, Dag van de Arbeid, het Suikerfeest, Keti Koti, Prinsjesdag, Jom Kipoer, Dierendag, Allerzielen, Sinterklaas, Oelikoeli: wat je persoonlijk belangrijk vindt.

Dat is vrijheid en antidiscriminatie. De dagen die je niet wilt vieren houd je over voor andere besteding; het totaal aantal vrije dagen verandert immers niet.

Geef aan ouders het recht om hun kinderen de huidige ­gemiddeld drie ‘doordeweekse’ christelijke feestdagen die buiten de schoolvakanties vallen als keuzedag van school te houden: samen de feestdag van keuze vieren. Per saldo houden de kinderen evenveel lesdagen.

Negen maanden tot de Tweede Kamerverkiezingen: in de partijprogramma’s kan dit actiepunt nog gemakkelijk worden opgenomen. Daarmee is er een lakmoesproef voor partijen: anti-discriminatoir of niet?

Niemand wordt iets afgenomen. Het is een links noch rechts onderwerp. Een nieuw systeem mag geleidelijk ingevoerd worden.

Ludo Grégoire, Leiden