Zaterdag 10 september om 10.30 uur stond Walter voor de deur om ons naar Schiphol te brengen. Dus we hadden heel veel tijd en ruimte op Schiphol, omdat we ook al thuis ingecheckt hadden. Maar we hadden deze tijd wel nodig. Want wat bleek: Ludo moest bij de marechaussee een noodpaspoort regelen. Aangezien je paspoort nog 6 maanden geldig moet zijn als je naar Suriname reist, kwam Ludo toch 8 dagen tekort. Na € 46,- armer werd het toch snel geregeld en konden we gewoon instappen naar Paramaribo. Om 15:30 uur steeg het vliegtuig op.
In Paramaribo (na 10 uren vliegen) stond onze taxi-chauffeur ons op te wachten. In ons guesthouse Famiri werden we verwelkomd door Linda. Nederlandse vrouw die dit guesthouse 6 maanden runt.
Leuke plek in rustige buurt en op loopafstand van het centrum.
Dag 1:
Na een goede nacht en ontbijt zijn we Paramaribo gaan verkennen via de stadswandeling uit de ANWB-reisgids. De vele houten huizen in het centrum uit de koloniale tijd hebben een vriendelijke uitstraling. Jammer dat er zo veel achterstallig onderhoud is of ronduit verwaarloosd is.
Fort Zeelandia bezocht waar in december 1982 onder verantwoordelijkheid van de huidige president Desi Bouterse 16 mensen zijn vermoord die tegen zijn bewind waren. Dit fort dankt zijn naam uit het verleden omdat een Zeeuw in de koloniale tijd dit heeft gebouwd en gevestigd. Op deze plek hebben ook veel martelingen plaatsgevonden van de slaven. Dus je kunt wel zeggen dat het een verschrikkelijke plek is waar veel leed is toegebracht en bloed heeft gevloeid.
Je kunt je niet voorstellen dat dezelfde man die deze decembermoorden heeft bevolen en via drugsgeld inkomsten heeft verworven, nu president van dit land is. Dat hij door zijn beloftes de meerderheid van de mensen achter zich heeft kunnen krijgen. En een wet in het leven heeft geroepen dat de decembermoorden verjaard zijn en dus achter de rug zijn en vergeten moeten worden.
De Surinamers zien het ook en ofschoon hij democratisch gekozen is, geven ze hem nu ook de schuld van de slechte economische situatie. Onze taxi-chauffeur bij aankomst was ook heel duidelijk in zijn mening daar over.
Na het bezoek van het oude centrum hebben we bij Zus&Zo lekker Parbo biertjes gedronken en ’s avonds lekker gegeten. Hele leuke gezellige plek.
Dag 2:
Na lekker ontbijt om 8:30 uur op de fiets gestapt om bij Leonsberg met het pontje de Suriname rivier over te varen en te fietsen via Nieuw Amsterdam naar Mariënburg. Destijds een suikerplantage onder Nederlands bewind met Javaanse slaven. Deze slaven zijn destijds in opstand gekomen waarbij er velen zijn vermoord.
Het geheel is deprimerend met name ook vanwege de vervallen sfeer. Daarna doorgefietst en na 50 km weer in Paramaribo met een ander pontje. Een lekke band vandaag; snel vervangen in de schaduw van een ‘bushaltehokje’.
Hier rijdt het verkeer links.
In Paramaribo hebben we bij het reisbureau van Zus&Zo de boekingen voor overnachting geregeld voor de komende dagen. We starten namelijk met de fietstocht naar het zuiden: het Brokopondomeer en daarna de jungle.
Op advies van Linda (guesthouse) hebben we ’s avonds een salade gegeten op de pier van hotel Torarica. Heerlijk koel windje maar niet heel sfeervol. Wel lekker eten trouwens.
De mensen van Suriname zijn bijzonder aardig en behulpzaam. Ze laten je verder ook met rust, dus je wordt niet lastig gevallen of je een taxi wilt of iets dergelijks.
Dag 3:
Na het ontbijt om 8:30 uur vertrokken naar bestemming Zanderij (camping Palulu op de weg naar Krakka). Via Domburg en Panaram arriveerden we hier na 67 km.
De route is niet spectaculair. Een goede rustige geasfalteerde weg, met de bekende tropische begroeiing en huizen. Het valt wel op dat heel veel huizen leeg en/of te koop staan.
Onderweg kregen we nog een lekkere gerookte vis van een man, gewoon om te proeven. Heerlijk was die vis.
Bij de afslag naar Krakka vroegen we de weg naar Palulu en mevrouw zei: ‘Het is niet ver meer hoor, nog maar duizend trapjes denk ik’ (fiets trapjes ?).
Aangekomen op Palulu:
Jonge mensen hebben deze plek opgebouwd (Donovan en Iris). De vader van Iris, Paul, heeft zijn timmermansvaardigheden ingebracht. Heel basic maar wel erg leuk. Wij hebben een ruime plek met eetgedeelte, wasruimtes en tent onder afdak voor ons alleen. Je ziet of hoort niemand alleen krekels en vogels. Wel is het erg warm, een vochtige warmte.
Lekker verkoeling gezocht in de kreek. Ondergedompeld in het bruine humus water onder de tropische planten. Terug op ons plekje waren 2 knullen olielampjes voor ons aan het prepareren inclusief een kampvuurtje. Niet dat we het koud hadden hoor, maar toch leuk.
Lekkere soep met rijst gegeten en vroeg in ons tentje gekropen.
Opvallend is dat je vrijwel geen last meer hebt van muggen zodra je Paramaribo uit bent.
Dag 4:
Lekker wakker worden met de vogelgeluiden om je heen. Ontbeten bij Donovan en er ontstond een uitgebreid gesprek over de situatie waarin Suriname zich bevindt en hoe dat is gekomen. Heel leuk hoe mensen openlijk spreken over de politieke situatie en wat ze van Bouterse vinden. Toen we vroegen: ‘En wat kan nu het beste gedaan worden?’ antwoordde Donavan serieus: ‘Suriname teruggeven aan Nederland.’
Tenslotte zaten we pas om 10:00 uur op de fiets richting Ston Eiland (steen-eiland).
Een geasfalteerde weg door een tropisch bos. Niet veel te beleven onderweg.
In de middag werden we ontvangen door Joyce van Ston Eiland. Leuke plek aan het Brokopondo meer. Dat was na 55 km.
Brokopondomeer:
Dit is een stuwmeer dat gemaakt is voor de elektriciteitsvoorziening van Suralco Company. Het heeft de oppervlakte van Flevoland. De mensen die hier woonden moesten wijken naar omliggende gebieden. In het enorme meer staan de dode bomen nog steeds boven het water uitstekend. Er werd destijds (1960) geen geld gestoken in het kappen van de bomen. Een bijzonder gezicht. Later hoorden we dat er nu wel bomen ‘geoogst’ worden: een duiker zaagt de boom onder water af met een pneumatische zaag.
Even lekker gelegen in het water en weer gekletst met aardige man, die bij ons kwam zitten. Opvallend is dat de mensen zelf beginnen te praten over de situatie van Suriname. En lekker gegeten.
Suriname:
Oppervlakte vier keer zo groot als Nederland. Aantal inwoners 540.000 waarvan bijna de helft in Paramaribo woont.
Dus buiten de steden is het enorm dun bevolkt.
Veel verschillende bevolkingsgroepen: Hindoestanen, Marrons (bosnegers), Creolen, Javanen, Chinezen, Libanezen.
De oorspronkelijk Indiaanse bevolking wordt door de komst van Europeanen rond 1600 (besmettelijke ziektes) uitgeroeid.
De Nederlanders vestigen zich hier en richten plantages op waar veel arbeiders nodig zijn. Via de handel van de West-Indische Compagnie worden er veel negerslaven verhandeld die op de plantages moesten werken.
In 1814 wordt de slavenhandel door de Nederlanders verboden. Toch is er nog veel werk in de plantages en daarvoor komen er Hindoestanen en Javanen als contractarbeiders.
De leerplicht werd hier al eerder ingevoerd dan in Nederland omdat de kinderen van de slaven op straat liepen terwijl hun ouders werkten. Door de leerplicht werd dit probleem opgelost. Door deze scholing hadden deze kinderen weer meer kansen en voelden zich te goed om in het veld (plantages) te werken.
Door dit verleden heeft Suriname dus een mengeling van culturen als bevolking. De oorspronkelijk bevolking bestaat niet meer.
Uiteindelijk ontstaat in 1975 de onafhankelijke republiek Suriname met medewerking van de Nederlandse regering onder leiding van Joop den Uyl.
Veel Surinamers vertrekken overigens in de jaren daarvoor naar Nederland vanwege gebrek aan vertrouwen in de eigen regering.
Dag 5:
We zouden deze dag een excursie hebben naar de Brownsberg. Dat zou in ieder geval geregeld moeten zijn. Echter hadden we hierover geen informatie ontvangen, dus belden we maar eens op naar Zus&Zo waar we deze trip bij Kenzo geboekt hadden. Na wat op en neer getelefoneer (met lokale simkaart) werd ons gezegd dat de gids onderweg was. Even later belden ze dat de gids pech had onderweg…. Dus ze wilden de boottocht op het Brokopondomeer deze dag doen en dan morgen met de gids de Brownsberg Tour. De gids zal er dan voor zorgen dat we na de Tour om 17:00 uur in Atjoni zijn waar we worden opgewacht door meneer Mandje die ons met de korjaal naar de overnachtingsplek zal brengen. Nou geen probleem hoor, programma iets anders. Maar we denken dat er was vergeten om een gids te regelen voor deze dag 5.
Dus lekker rustig gelezen bij ons huisje.
’s Middags de boottocht over het meer. Bijzonder met al die uitstekende dode boomstammen. Je krijgt zo ook een goed idee over de grootte van dit meer.
Nog bij een kleine goudmijn gestopt, korte uitleg gekregen maar we mochten niet fotograferen. Alsof er ook maar iets te bespioneren viel. De arbeidsinspectie zou hier eens een kijkje moeten nemen….
Veel van de grote goudmijnen zijn in handen van Brazilianen, die deze rijkdom onttrekken aan Suriname en opnieuw zijn er eisen van de exploiterende firma’s aan de regering dat de mensen die in het gebied wonen vertrekken. Dit heeft natuurlijk grote weerstand tot gevolg en is alleen maar negatief voor Bouterse. Onze bootsman voer aan het eind nog over een boomstomp onder de waterlijn: een van de cilinders viel uit. Even gepeddeld. Maar toch thuis gekomen.
Tijdens het avondeten viel er een enorme plensbui. Maar na een half uur konden we weer droog naar ons huisje lopen.
De maaltijden zijn eenvoudig maar lekker.
Dag 6:
Om 8:00 uur kwam de gids ons ophalen voor de excursie naar de Brownsberg. We hadden inmiddels de fietsen ingepakt. Er gingen nog 2 aardige Nederlandse knullen mee, Sjoerd en Robbin. Een mooi tropisch park waar we bij de waterval Irene de lunch kregen en onder de waterval konden verfrissen. Mooie grote vlinders fladderden er rond.
De terugtocht was een redelijke klim in de hitte. Maar na ruim 1 uur waren we weer bij de bus. De chauffeur/gids Miguel bracht ons naar Atjoni omdat we daar om 17:00 uur werden opgehaald om met de boot naar Menimi (“denk aan mij”) te varen.
Onderweg is Ludo met de chauffeur gaan kletsen om te zorgen dat hij niet in slaap viel. Want warmte en een saaie weg is erg verraderlijk om weg te suffen.
Bij Atjoni eindigt de weg en begint het vervoer over het water: de Surinamerivier.
Atjoni is vuil en vies. Dubieuze figuren lopen er rond. Maar er werd wel weer spontaan een kwart watermeloen in onze handen gestopt. Miguel heeft onze Birdy’s meegenomen en beloofd om ze netjes bij Zus&Zo af te leveren.
Met een grote korjaal arriveerden we na een uur varen bij Menimi van meneer Mandje.
Met mooie zonsondergang en stroomversnellingen onderweg, erg leuk.
De sfeer was direct gezellig en druk. Het is een vakantieplek voor de Surinamers uit Paramaribo. Families huren hier hun plek en brengen alle drank en eten mee. Er zijn dus grote kookgelegenheden. Onze basic slaapplaats was bij een Hindoestaanse grote familie. Dus veel gelach, geklets en volop muziek.
We werden hartelijk ontvangen en voor ons en nog 3 andere Nederlanders werd er gekookt.
Douchen met klein straaltje water, maar ach, niemand maakt zich hier druk, ook wij niet.
De mensen zijn werkelijk bijzonder vriendelijk en gastvrij. Iedereen groet en maakt een praatje.
Ze hebben veel plezier onderling en er wordt heel veel gelachen.
Dag 7:
Om 5:30 uur werden we wakker van de stemmen en het gelach van onze “medebewoners”. En ja, om 6:00uur kwamen de kruidige eetgeuren onze kamer en neus binnen.
In het oerwoud verwacht je rust en stilte. Maar in het oerwoud tussen de Surinamers is dit toch enigszins anders qua stilte en rust.
De mensen houden hun mond niet stil, er wordt steeds gepraat en gelachen.
Om 8:00 uur opgestaan en gaan ontbijten. Lekker eitje op het brood. Selfservice…
Om 10:00 uur gingen we met een andere groep naar het dorp waar meneer Mandje geboren is. Een half uurtje varen. Diens zoon Irvin leidde ons rond in het Marron dorp. Hier wonen de afstammelingen van de gevluchte slaven. Eerst hebben we de korjaalwerf bekeken met exemplaren van deze traditionele rivierboot in alle stadia van bouw. Prachtig. Het dorp bestaat uit vele houten, heel eenvoudige maar vaak mooi versierde huisjes met zandpaden ertussen. De dorpen kennen veel traditionele gebruiken maar volgens ons ook veel verveling. Eigenlijk moeilijk te beoordelen omdat het zo totaal anders is dan wat wij in Nederland hebben.
Het is een van de grootste dorpen met 6000 mensen. Het bestaat uit 12 families, en elke familie heeft zijn eigen district en ‘captain’.
Er was een “evenement” die dag: voetbalcompetitie tussen de dorpen. De teams kwamen dus met bootjes om hier te voetballen. Natuurlijk met veel muziek, barbecue en volop publieke belangstelling. Vooral de jonge dorpelingen liepen hier mooi opgemaakt te flaneren.
We hebben van een timmerman een mooi bankje gekocht. Hij had er geen op voorraad, maar we konden – met korting – zijn eigen zitbankje kopen. Erg leuk souvenir.
Terug in Menimi lekker gezwommen in de rivier en nog een trip met de boot naar een stroomversnelling gemaakt. Waar weer volop plezier was om in de heftige stroom te blijven liggen.
’s Avonds was er een dansvoorstelling uitgevoerd door de lokale Marron-vrouwen. Ze hadden onderling veel plezier en de Surinamers op vakantie dansten uiteindelijk volop mee. En wij ook.
Dag 8:
Vanochtend geen water uit de kraan, dus wassen in de rivier. Gisteren ook al de haren in de rivier gewassen.
Na het ontbijt vroeg meneer Mandje of we nog een boswandeling wilden maken samen met 2 andere Surinaamse toeristen. Ook weer een mooie ervaring. Supergrote bomen waaronder de ’telefoonboom’ als je op de waaiervormige stronk slaat, is dat tot in de verre omtrek te horen. Na een uurtje weer terug en de spullen bij elkaar gezocht om te vertrekken weer terug naar Paramaribo.
Uiteindelijk duurde dat nog een poosje. We kregen dus nog kip met rijst. Want verhongeren mogen we hier in Suriname niet.
Om 15:00 uur vertrokken we met een overvolle boot naar Atjoni. De Surinamers hebben al hun eten en drank bij zich op zo’n weekend. Dat neemt 1/3 deel van de boot in beslag.
Meneer Mandje had voor ons transport geregeld van Atjoni naar Paramaribo. Alles liep gesmeerd en om 20:00 uur waren we terug bij Zus&Zo. Birdy’s direct opgehaald en weer overnacht bij Linda in Famiri guesthouse.
Dag 9:
Ziekte-dag voor Marijke. ’s Nachts begonnen haar darmen haar in de steek te laten. De hele dag beroerd gevoeld en in bed geslapen. Gelukkig in een airco gekoelde kamer.
Tegen de avond wat opgeknapt en weer vroeg gaan slapen.
Dag 10:
Het ging weer goed en na het ontbijt op de fiets gestapt naar Groningen: guesthouse Bloemendaal. Na 52 km fietsen hadden we het gevonden: we waren er aanvankelijk gewoon voorbij gefietst en we moesten dus vanuit het centrum van Groningen weer 4 km terug. De weg is uitstekend om te fietsen. Geasfalteerd en rustig. Leuke huizen met mooie bloemen. Er ligt veel minder vuil langs de weg hier. Want dat is in Paramaribo verschrikkelijk!
Onze verblijfplaats is heel leuk: zwembad en appartement. We waren de enige toeristen. Anouska, de gastvrouw, was heel behulpzaam met het boeken van overnachting voor de dag erop en met het precies beschrijven van de route naar de steiger voor de tocht naar Bigi Pan. Er werd heerlijk voor ons gekookt door haar man Kenneth en daarna met fles rode wijn op onze porch nog genieten, met het geluid van de kikkers op de achtergrond.
Dag 11:
Om 6:00 uur opgestaan omdat we een flinke rit van 112 km moesten afleggen naar Totness/Coroni. Er is namelijk geen enkele ander overnachtingsplek eerder.
Onderweg werd het toch steeds saaier. Weinig te zien en te beleven. Suriname is echt erg dun bevolkt. De weg is prima en met de wind in de rug reden we aardig snel door. Onderweg in klein dorpje bij supermarkt wat gegeten en gedronken. Met de vissers gekletst en de grote vissen bewonderd. Onderweg liggen er veel kleine slangen doodgereden op de weg. Maar we kwamen ook een enorme slang tegen, dood, waarvan de aasgieren aan het smullen waren.
Aangekomen in Totness vonden we al snel achter de eerste Chinese supermarkt ons hotel The Palace. Nou ja, hotel…. Maar er was airco en het was schoon.
Die avond op advies van de bazin (Iris Wijntuin) een visje gaan eten bij haar zus. Ze was eigenlijk gesloten, maar er werden toch even 2 stoeltjes en tafeltje gereed gezet en er verscheen een heerlijk visje en een djogo voor de prijs van 33 SRD. Dat hebben we maar afgerond naar 50 SRD (€ 6,-). Voor twee personen.. ?.
Dag 12:
Weer bij zonsopgang opgestaan en op pad. Onderweg – saaie route – hebben we op km50 in Wageningen broodjes en Goudse kaas gekocht. We mochten op het erf van de supermarkt in de schaduw ontbijten.
Een Surinaamse hobby voor mannen is om rond te lopen met vogeltje in een kooitje. Er zijn wedstrijden in Paramaribo wie het beste het fluiten van zijn vogeltje kan evenaren.
Een man vertelde dat zo’n vogeltje 1500 SRD (= € 175,-) kan kosten. Een vogeltje dat heel mooi fluit kost het dubbele.
Na 85 km bereikten we de steiger van Bigi Pan (groot eiland).
Stephanie (de eigenares van ons verblijf op Bigi Pan) stond toevallig bij haar steigertje de gasten op te wachten. We lieten onze fietsen in een container achter en stapten met nog 4 andere gasten in de boot naar Bigi Pan. Een uurtje varen waarbij we al veel verschillende vogels zagen en aapjes.
In dit gebied leeft de felrode Ibis. Prachtig, maar moeilijk om te fotograferen.
De Lodge ligt midden op het meer, heel erg mooi en bijzonder.
Je leeft dus boven het water 2 dagen.
Na de lunch gingen we met de boot de vogels spotten en een modderbad nemen. Nou, dat was echt een modderbad. Je zakte er tot over je knieën in. Maar wel lachen.
Weer terug in de hangmat luieren en heerlijke “zoute” (saote) soep gegeten.
Na het eten weer in de boot om in het donker kaaiman te vangen. De kaaiman werd met de hand welgemikt uit het water gegrepen, kreeg een haarbandje rond zijn bek en werd meegenomen in de boot en in de Lodge op de foto gezet.
Daarna mocht het beest weer terug naar zijn leefplek in de mangroves zwemmen.
Dag 13:
Om 6:30 uur opgestaan om de zonsopgang te beleven. Helaas bewolkt, maar toch lekker. Ontbeten en daarna met de boot vogels spotten. Nou, dat is niet erg moeilijk omdat je die overal ziet. Maar de felrode ibis is wel de meest bijzondere. Moeilijk te fotograferen, dat wel. Maar door de felrode kleur valt hij enorm op.
Ook een groep flamingo’s gezien. Erg mooi.
Daarna had de kok / gids / bootsman heerlijke lunch klaar staan. Na het eten hangmatteren (zoals dat hier genoemd wordt) in de wind en uit de zon. Intussen waren er 2 boten gearriveerd vol met Nederlandse blonde meisjes die in Paramaribo stage lopen. Zij bleven die nacht ook met als gevolg een hoop gekakel en gegil tot half twee ’s nachts.
In de middag nog gaan kajakken met z’n tweetjes.
Dag 14:
Na ontbijt, een vergeefs vistochtje, een tropische regenbui, luieren en lunch vertrokken we weer met de boot. Stephanie had voor ons een taxi geregeld, die ons weer terugbracht naar Paramaribo. Echter zat de taxi vol en pasten onze opgevouwde fietsen er niet meer bij. Toevallig kwam Etto (Fietsen in Suriname) net met een busje om gasten op te halen. Hij bood aan nam onze fietsen mee naar Paramaribo te nemen waar wij ze dan zondag konden ophalen.
De taxichauffeur was heel onbeschoft tegen ons omdat hij blijkbaar al een uur stond te wachten met gasten in zijn taxi. Maar daar konden wij niets aan doen. Verkeerde afspraken blijkbaar gemaakt. Ook in de taxi begonnen een man en een vrouw -plotsklaps in het Nederlands – te zeggen dat het geen pas gaf dat de taxi-chauffeur op ons gewacht had. Allengs viel de man zelfs tegen ons uit op een zeer onbeleefde manier. We hebben hem flink van repliek gediend. We begrijpen zijn boosheid wel maar wij konden aan de situatie niets doen. Geen enkele meegaandheid. Dus onaardige Surinamers zijn er ook. Na een tijdje erkende de taxi-chauffeur dat het niet onze schuld was maar dat Stephanie verantwoordelijk was. Maar de vrouw en de man gaven nog steeds geen krimp.
Om 19:00 uur waren we weer in Paramaribo, waar we heerlijk garnalen zijn gaan eten bij een Indisch restaurant om de hoek van ons guesthouse.
Dag 15:
Vanochtend met Linda overlegd wat we de laatste week nog kunnen gaan ondernemen.
Al snel de hele week geregeld. Van maandag tot donderdag naar Voltzberg. Vrijdag dolfijnen spotten en zaterdag naar een Ziplijn.
Daarna lekker dagje luieren aan het zwembad van het Torarica hotel.
’s Avonds gegeten in Blauwgrond in een Indonesische Warung. Marijke lekker saote soep gegeten (bouillon met kip en ei en reepjes aardappel) en Ludo een loempiaatje en kipsateetjes. Terug bij Linda bleek de watervoorziening nog steeds stuk. Voor ons geen probleem: improviseren.
Dag 16:
Vroeg opgestaan omdat we om 7:15 uur opgehaald werden om te vertrekken naar de Voltzberg. Nog 8 anderen Nederlandse toeristen opgehaald waarna we met de bus aan de lange rit begonnen. Eerst 5 uur rijden, grotendeels een rode zandweg, veel stof, wasborden en gehobbel. Weinig onderweg te zien, alleen de grote vrachtwagens met enorme boomstammen.
Uiteindelijk geheel onder het rode stof arriveerden we op de plek waar we in de boot stapten. Nog 3 uur varen en toen waren we er. Afgelegen geheel in de natuur in onze “Lodge”. Het is een houten gebouw op een eiland in de Coppename-rivier; het gebouw is geheel open geconstrueerd. Dus onze kamer ook open waardoor we in de nacht met de oerwoudgeluiden insliepen. Nadat onze kok Piet lekker rijst, kousenband en saus van bruine bonen, worstjes en kip had gekookt voor ons.
De leuke doodskopaapjes gefotografeerd. En aasgieren, die je hier volop ziet.
We hadden onderweg nog flesjes wijn gekocht voor de avond. Er bleek bij aankomst helaas ook geen Parbo te koop te zijn. Dus van heerlijk wijntje genoten.
Dag 17:
Na het ontbijt vertrokken we vanaf het eiland om de Voltzberg te beklimmen.
Eerst een wandeling door het tropisch regenwoud van 3 uur. Toen waren we aan de voet van de berg en na een half uur klimmen in de hitte arriveerden we op de top van deze rots (240 meter hoog).
Prachtig uitzicht over het groene bos.
De Voltzberg is het grootste beschermde natuurgebied van Suriname en staat sinds 2000 op de UNESCO lijst van Werelderfgoed.
Het is prachtig, echt regenwoud: vochtig warm en groen. Enorme bomen met lianen. Aapjes gezien, zowel doodskopaapjes als de capucijnenaapjes. Ook toekans en ara’s zien vliegen.
Na een hele dag wandelen en klimmen konden we aan het eind afkoelen bij het watervalletje. Heerlijk genieten is dat na die warmte.
Met kleren aan spring je er in. Je krijgt het hier toch nooit koud. Zelfs niet als je met natte kleren de boot weer instapt.
’s Nachts hebben we de brulapen horen brullen. Blijkbaar stoppen ze allen tegelijk als de baas dat commando geeft. En dat gebeurde.
Dag 18:
Weer een wandeling door het tropische bos, nu op een ander eiland naar de Raleigh Falls, ook wel “Moederval” genoemd. Er zitten daar sidderalen, dus niet zwemmen. Tijdens de wandeling vertelde Jermaine (onze gids) vanalles over de planten en dieren.
Terug zijn we op de stroming mee gedreven weer naar onze Lodge, zwemvesten aan. Erg leuk.
Die middag wat geluierd.
Nog een “Bush master” in de boom gezien: een zeer giftige kleine slang. Jermaine heeft hem vakkundig gevangen en verderop in het bos weer losgelaten.
De avondmaaltijd was wederom een variatie met kip gekookt door onze kok Piet.
Dag 19:
Weer een lange reisdag terug naar Paramaribo; eerst met de korjaal naar Witagron (lunch) en toen hobbeldehobbel over de rode stofweg naar Zanderij.
En een zeldzaam hoogtepunt: het spotten van een klein luipaard, ocelot, vanuit de korjaal. Dat was enorm veel geluk!
Die avond lekker gegeten aan de waterkant bij JiJi’s.
Dag 20:
Na ontbijt onderweg naar de Centrale Markt eerst het interieur van de grote houten Basilica bekeken en daarna gekeken naar wat souvenirs bij Ready Tex.
Onderweg hebben we Desi Bouterse nog gezien bij het Onafhankelijkheidsplein. We waren net op tijd om het defilé van de jaarrede te zien. De Centrale Markt was kleur- en geurrijk als altijd. Koffie en sap in De Waag; djogo Parbo bij Riverside met uitzicht op de Surinamebrug. Het stonk er wel een beetje, dus maar niets gegeten.
Om 16:00 uur naar Leonsberg om dolfijnen te spotten: de ‘Sunset Tour’. Met de boot naar het brakke water gevaren en een aantal dolfijnen kunnen spotten. Bij de pier van Frederiksdorp een snack gegeten en bij zonsondergang weer terug gevaren. We konden meerijden naar het centrum met 2 aardige Nederlandse Surinamers.
Bij Zus&Zo de laatste keer gegeten bij life muziek.
Dag 21:
De laatste dag werden we opgehaald door Marciano (taxi chauffeur) en naar de Zip-line van Parabello gebracht. Het was nog even zoeken want er was geen enkele aanduiding welk zandweggetje we in moesten.
Ruim een uur bezig geweest met deze kabelbaan. Erg leuk. Eerst instructies en oefening op korte baan. Daarna langere banen over het water en het bos. De langste baan was ruim 300 meter over het water. In totaal 12 kabellijnen.
In de Waag (aan de Waterkant) een koude Djogo gedronken met lekkere soep.
In guesthouse alles inpakken en dan naar het vliegveld.
Het mooie houten krukje, dat we bij meneer Mandje gekocht hadden als souvenir, mocht niet als handbagage mee. Het moest ingecheckt worden en daardoor werd het uiteindelijk toch nog een duur krukje. Maar we wilden het toch niet achterlaten .
Uiteindelijk hebben we totaal 435 KM gefietst in Suriname.
Groet, Marijke Buijs