– laatste bewerking op deze pagina:
16 maart 2025
Gast 3: ingecheckt zondag 5 maart ’23, 13:55u.

Gérant: Hoe heet je en wie ben je?
Willem: Ik ben Wilhelm Frederik Adriaan Mensink, geboren op 13 maart 1946 in Leeuwarden. Ik ben vernoemd naar mijn opa, die ik maar een keer heb ontmoet, toen ik 5 jaar was. Een jaar later overleed hij.
Leeuwarden was in de jaren vijftig, begin zestig een ingeslapen provinciestad die drie keer ontdooide, namelijk bij de Elfstedentochten van ‘54, ‘56 en ‘63. Die laatste tocht – gewonnen door Reinier Paping – vierde onlangs zijn 60ste verjaardag, met veel media-aandacht en sterke verhalen.
Ik kom uit een Rooms Katholiek nest, was misdienaar en koorknaap met als hoogtepunt het meezingen van de Matthäus-Passion in het jongenskoor in Leeuwarden en Bolsward. Sinds mijn pensioen zing ik weer in een kerkkoor.
De gezinsvakanties werden altijd aan zee gevierd, we gingen vaak naar Ameland en Terschelling, af en toe naar Bergen en Noordwijk.
Gérant: Wat is je passie en wat vertelt die passie over jou?
Willem: Allereerst sport, actief en passief. Ik speelde voetbal op Frisia, een van de oudste clubs in Nederland, ook wel ‘kakschoen’ genoemd, omdat de club ook een cricketafdeling had. Ik tenniste niet onverdienstelijk en was op mijn 16de kampioen van Leeuwarden.
Twee zomers trok ik langs jeugdtoernooien in het land en merkte dat elders veel betere jeugdtennissers waren. Ik was dan altijd ingekwartierd bij gastgezinnen, veelal met een leeftijdgenoot; daar heb ik goede herinneringen aan. Omdat ik al snel uit het toernooi lag, had ik veel tijd om Noordwijk, Groningen en Zeist te ontdekken.
Op de HBS zat ik in het volleybal- en het basketbalteam, ik speelde tenniscompetitie en voetbalde een keer per week.
Ik volgde alles wat met sport te maken had, eerst op radio, vooral de Tour de France en later op teevee. Die hadden we al in 1957 en mijn vriendjes kwamen altijd kijken als er sport was op de teevee, soms voetbal en in 1960 veel uitzendingen van de Olympische Spelen in Rome.
Later werd reizen mijn passie. Toen ik 12 jaar was ben ik met drie vrienden langs jeugdherbergen gaan fietsen, het hele land door. Hoogtepunten: de Cauberg op in Limburg en de Afsluitdijk met windkracht 5 uit het noorden, gefietst op een degelijke Fongers fiets met terugtraprem en geen versnellingen.
In mijn studententijd – met toen nog eindeloze vakanties – liftte ik met mijn beste vriend door Europa. In 1965 waren we op weg naar Beirut maar strandden in Istanbul met langdurige darmongemakken.
Na mijn kandidaatsexamen Geneeskunde in 1968 ging ik drie maanden naar Canada en de USA. Ik gaf gehoor aan de lokroep van Scott McKenzie om naar San Francisco te gaan with some flowers in my hair. Ik ging per boot – de SS Rotterdam van de Holland-Amerika Lijn – naar New York. Aan boord zo’n honderd Amerikaanse meisjes die ‘Europa gedaan hadden’. Elke avond feest.
Ik liftte in de VS alleen met een Nederlands vlaggetje en had gedenkwaardige ontmoetingen en hoefde zelden een jeugdherberg of hotel te zoeken. In mijn rugzak het boek van Jack Kerouac: On The Road.
Gérant: Welke droom zou je nog graag realiseren?
Willem: Vroeger droomde ik ervan alle zeven moderne wereldwonderen te bezoeken. Momenteel ontbreken aan de verwezenlijking daarvan nog: Petra (Jordanië), de Taj Mahal (Agra in India) en de Chinese muur. Het is niet anders, ik heb in mijn leven al genoeg CO2 uitgestoten en voel toenemend ongemak bij verre reizen.
Gérant: Het is avond, we zitten hier – met een glas goede wijn – bij de open haard. Wat zou je mij willen toevertrouwen?
Willem: Bij de open haard zal het gaan over banale zaken als werk, kinderen en ongemakken. Na een aantal alcoholische versnaperingen komen dan boeken, films en muziek aan de orde.
Ik ben sinds 1961 een behoorlijke fan van Bob Dylan, heb al zijn platen en CD’s. Ik ben vier keer naar concerten geweest, waaronder Dylan’s eerste concert in het Feyenoordstadion in Rotterdam. Ik liftte in de VS 300 km extra om naar zijn geboorteplaats Hibbing te gaan. Dat ligt bij Duluth in Minnesota. In New York, in The Greenwich Village, dronk ik Budweiser in The Gaslight Inn, de kroeg waar hij als teenager een talentenjacht won.
Gérant: Waar ken je Hoteleigenaar Ludo van?
Willem: In 1988 nam ik deel aan de KNMG-kadercursus voor medische bestuurders. Onze groep bestond uit medici van diverse pluimage en Ludo nam deel vanuit zijn functie van LHV-districtsdirecteur. Ik interviewde Ludo en presenteerde hem nadien aan de groep.
Het grootste deel van onze cursusgroep besloot om na de vier cursusweekenden elkaar jaarlijks te blijven ontmoeten en om de intervisietraining voort te zetten met ingehuurde coaches. Geleidelijk werden we meer een vriendengroep die zonder buitenstaanders intervisie gaven en ontvingen. We zijn nu allen ruim gepensioneerd en nog met zes mannen over. In de loop der jaren is focus van de intervisie verschoven van het professionele functioneren naar de persoonlijke ontwikkeling. We ervaren die ‘terugkomdagen’ als erg waardevol.
Gérant: Welke sleutelwoorden zijn volgens jou kenmerkend voor Ludo?
Willem: Aangenaam gezelschap, energiek, origineel, vasthoudend, ondernemend, taalvaardig.
Gérant: Welke zin uit ‘Hotel California’ past het beste bij jou en wat zegt die zin over jou?
Willem: De eerste, bijna net zo goed als de eerste zin van Bob Dylan in: You got a lot of nerve to say you are my friend uit: Positively 4th Street, in het album Highway 61 Revisited uit 1965.
Wat die zin over mij zegt? Bij voordrachten en lezingen is de eerste zin cruciaal om aandacht te krijgen en vast te houden. Daar heb ik in mijn professionele leven veel aandacht aan besteed.
Gérant: Wat doet dat: wel kunnen uitchecken maar niet kunnen vertrekken?
Willem: Hierbij heb ik geen visionaire gedachten, de andere gasten die virtueel in het Hotel verblijven geven mij vertrouwen dat het prettige personen zijn met wie het aangenaam zal zijn om te blijven vertoeven. Ik ben daarbij niet bang voor jaren zestig groepsverbanden in een wolk van genotsmiddellen en vage praterij. Het Hotel heeft ook geen eigentijdse knarrenhofmentaliteit. Verder laat ik me verrassen.
Gérant: De vorige gast, Marianne, stelt jou de volgende intieme vraag: ‘Waar word jij echt door geraakt?’
Willem: Met het naderen van de onvermijdelijke groeve, word ik steeds sentimenteler. Filmpjes van kleinkinderen, een wereldrecord van een sporter, een mooi einde van een boek of van een film doen zo maar tranen opwellen.
Gérant: Welke – niet alledaagse – vraag wil jij aan de volgende Hotelgast stellen?
Willem: ‘Als je terugblikt op je leven tot nu toe, wat is dan de invloed van het toeval geweest op keuzes, beslissingen, partners, studie en carrière? Heb je het toeval kunnen en willen sturen of beïnvloeden?’
Willem koos voor de navolgende personalisering van zijn kamer in het Hotel.
Foto’s:



Hyperlinks
Een café als iconisch kunstwerk: The Beanery van Edward Kienholz (Stedelijk Museum Amsterdam).
https://www.youtube.com/watch?v=BUmPUpsVGws.
Zondag 16 maart 2025: ‘Kwam dit nog tegen, al opruimend. Kan bij mijn bijdrage in Hotel California. Helaas wordt het niet meer tentoongesteld; te fragiel.’

Positively 4th street van Bob Dylan. Album: Highway 61 Revisited (1965): https://www.youtube.com/watch?v=aehwEu8SBSo.
The Good, the Bad and the Ugly. Scene Sad Hill Cemetery.
https://www.youtube.com/watch?v=QpVaoA8RfIk.
Gérant: Dank… je bent uitgecheckt… tot vanavond.
Want: je checkt uit, maar kunt niet vertrekken. Daarom kun je wel blijven sleutelen aan je zielenroerselen.
Willem Mensink: uitgecheckt woensdag 15 maart ’23, 16:58u.